Het Prado museum in Madrid is een must see voor de kunstliefhebber. Je vindt er één van de grootste kunstcollecties ter wereld met topstukken van de 14de tot de 19de eeuw. Je wandelt als het ware tussen de hoogtepunten van de Europese kunstgeschiedenis. De Vlaamse en Nederlandse meesters ontbreken daar dan ook niet.
Tekst & foto’s: Eva Meenhorst
Het Prado museum in Madrid heeft een grote collectie van de Vlaamse Primitieven. Dit was een kunststroming die vooral rond Antwerpen en in de Zuidelijke Nederlanden voorkwam. Ze werd primitief genoemd omdat de kunstenaars zich nog niet zo bezighielden met de klassieke kunst. Dit in tegenstelling tot de schilders die de stroming van de renaissance volgden, die begon in Italië omstreeks dezelfde periode. De naam Primitieven is enigszins misplaatst want de prachtige, rijke schilderingen in het Prado die vooral bekend zijn om de levensechte verbeelding van stoffen en edelstenen, doen absoluut niet primitief aan.
Geliefd in Spanje
De naam Vlaamse Primitieven, ook wel de Noordelijke Renaissance, verwijst naar het begin van de Nederlandse en Vlaamse schilderkunst en omvat grofweg de kunstenaars die tussen 1400 en 1550 in de Nederlanden actief waren. Deze kunstenaars werkten in het Bourgondische koninkrijk, een gebied dat Nederland, België, Luxemburg, het noorden van Frankrijk en delen van Duitsland omvatte.
Spanje was één van de landen die het vernieuwende werkwijze van de Nederlands en Vlaamse schilders zoals Jan van Eijk en Rogier van der Weijde, waardeerde. Al voor 1450 importeerden koningen, de adel en kooplieden in het koninkrijk Castilla en Aragón al meesterwerken uit het hoge noorden en probeerden ze de kunstenaars te overtuigen in Spanje te komen wonen en werken.
De werken van de Nederlandse en Vlaamse meesters die zijn te bewonderen in het Prado, zijn echt talrijk! Zowel van de groep Vlaamse Primitieven als van de kunstenaars na deze tijd. Er hangen werken van Rembrand van Rijn, Pieter Breughel, Jan van Eyck, Rogier van der Weyden en Rubens, om maar even de meest bekende te noemen.
In de hoofdrol
Ik heb het enorme schilderij van Rubens (1577-1640) dat in de hoofdhal hangt uitgekozen voor enige speciale aandacht: ‘Aanbidding door de koningen’.
Het schilderij toont een levendige stoet die een ruïne van een antiek gebouw binnenkomt. Rechts is Maria met de pasgeboren Jezus afgebeeld. Ze toont haar kind aan de drie koningen Gaspar, Melchior en Balthazar, die binnenkomen met geschenken. Het gevolg van de koningen bestaat uit knechten, soldaten, paarden en kamelen.
De schilder is Peter Paul Rubens, hij heeft bijna zijn hele leven in het buitenland, vooral Italië, gewoond en daar in opdracht schilderijen gemaakt.
Symbolisch schilderij
In 1609 werd er gedurende de Tachtigjarige Oorlog tussen de Republiek en Spanje een wapenstilstand bekrachtigd in Antwerpen, later bekend als het Twaalfjarig Bestand.
Ter gelegenheid hiervan wilden de stadsbestuurders van Antwerpen van hun belangrijkste schilder, Rubens, dit schilderij (Aanbidding door de koningen) hebben voor het raadhuis waar de documenten door zowel Nederlandse als Spaanse afgezanten ondertekend zouden worden.
Het Bijbelse verhaal van de aanbidding der wijzen was dus bestemd voor een wereldlijke setting. Misschien verklaart dat de centrale positie van de Wijzen uit het Oosten die hun geschenken aan het Christuskind overhandigen. Wilde Antwerpen zich op die manier een handelsstad tonen, de trotse spil van de wereldwijde handel? Vier jaar later schonk het stadsbestuur het werk aan de Spaanse afgezant en in 1622 kwam het in bezit van Philips IV.
Even wat bijschilderen
Toen Rubens in 1628 Madrid bezocht op een diplomatieke missie, vond hij het schilderij terug in de collectie van deze Spaanse koning. Volgens de overlevering heeft Rubens op verzoek van Philips IV de compositie ingrijpend gewijzigd. Ten eerste moest het doek veel groter gemaakt worden en werd het uitgebeelde verhaal ook groter gemaakt.
Bovendien heeft Rubens ook zichzelf hierin geschilderd, op de rug van een wit paard met ketting en zwaard (rechter zijkant).
Hij paste de beeldtaal van het schilderij aan overeenkomstig de stijl die hij toen gebruikte. Als je het niet weet, zie je niet wat er later bijgemaakt is, zo knap is het gedaan. Het doek was oorspronkelijk ongeveer 3,5 x 3 meter. Nu 4,5 x 3,5 meter. De toegevoegde strip aan de bovenkant behelst twee cherubijntjes.
Oneindige schat aan kunst
Uiteraard zijn er zoveel andere kunstwerken te bewonderen, gemaakt door zowel internationale als Spaanse kunstenaars. Dus aan een uurtje rondlopen heb je echt niet genoeg. Je zult verrast worden door nieuwe feiten en wetenswaardigheden, net zoals ik laatst: ik had nog nooit eerder gezien (toch al mijn derde keer in het Prado) dat er een echte Mona Lisa van Da Vinci hangt. Het is alleen een eerdere versie, een test voor het maken van de huidige die nu in het Louvre te bewonderen is. Daarom kom ik hier zo graag, altijd wat nieuws te ontdekken!