Dames in prachtige jurken, behangen met de meest schitterende juwelen. Heren in pofbroeken en een lintje om hun lange haar bij elkaar te houden. In elke kamer minstens één lakei, overal kroonluchters en blinkende spiegels. Intriges, etiquette en geheime minnaars. Het Spaanse hof verschilde in deze opzichten niet heel veel van de andere Europese hoven. De Spaanse kroon is in de loop van de geschiedenis in handen geweest van drie families. Elk met hun eigenaardigheden, maar met één ding gemeen: hun voorliefde om elke paar maanden te verhuizen naar een ander buitenverblijf.
Tot 1479 bestond Spanje uit meerdere kleine koninkrijkjes: León, Castilla, Navarra, Aragón en Portugal. Er waren politieke banden en men trouwde onderling, maar er werd hier en daar ook flink gevochten. Over het algemeen wordt het koningspaar Isabel I de Castilla en Fernando II de Aragón, de Reyes Católicos, als eerste koningspaar van Spanje gezien. Zij wisten stukje bij beetje alle koninkrijkjes samen te voegen en hun opvolger Carlos I (in de Lage Landen bekend als Karel V) was de eerste koning van een verenigd Spanje.
Uitvinders van het toerisme?
Die koningen moesten natuurlijk ergens wonen. Het Palacio Real in Madrid, met 3.458 kamers, was vanaf 1561 het hoofdverblijf van het koningshuis. Ondanks de prachtige tuinen rondom het paleis, waar ook diverse paleisjes voor gasten, minnaars en minnaressen stonden, vonden de koningen het maar saai om hier het hele jaar te verblijven. Om de paar maanden werden tientallen koetsen en karren volgeladen en naar de volgende ‘Real Sitio’ gebracht. Alwaar het leven verderging: een beetje politiek op z’n tijd en verder vooral veel jagen, dansen, kaartspel, flaneren en en aan de strenge regels van het hof voldoen.
Al deze buitenverblijven zijn inmiddels nationaal erfgoed en opengesteld voor publiek. Dwalend door de gangen en de paleistuinen krijg je een goed beeld van de koningshuizen die Spanje hebben geregeerd. De diverse paleizen liggen vrijwel allemaal in de buurt van Madrid. Er werden speciale wegen aangelegd voor de stoet koetsen die het hele hebben en houden van het hof moesten vervoeren. Indien nodig kon men binnen een dag weer in de hoofdstad zijn.
Een verblijf voor de lente
De Reales Sitios zijn door verschillende koningen gebouwd en verbouwd en hebben elk een eigen stijl. Eén van de meest bekende paleizen is dat van Aranjuez, tegenwoordig op een uurtje afstand met de trein ten zuiden van de hoofdstad. Koning Carlos I (koningshuis van de Habsburgers) verbleef hier meerdere malen in de Casa Maestral van de militaire orde van Santiago en hij vond de plek zo mooi dat hij besloot diverse terreinen op te kopen.
Zijn zoon Felipe II begon met de aanleg van allerlei waterwerken, waardoor het water van de rivier de Tajo kon worden gebruikt om het omliggende land te beregenen. Felipe II gaf de architect Juan Bautista de Toledo opdracht een paleis te bouwen. Diezelfde architect was overigens in 1563 al begonnen met de bouw van een paleis in San Lorenzo de El Escorial.
Aranjuez was in die tijd niet meer dan een handjevol gebouwen van de militaire orde van Santiago, die onder de verantwoordelijkheid van de koning viel. Felipe II verbood iedere verdere ontwikkeling van het gebied. In Aranjuez mocht alleen het personeel van het koningshuis wonen. Maar omdat er in de loop van de tijd zo veel mensen elk voorjaar opnieuw voor een tijdelijk verblijf naar Aranjuez verhuisden, besloot Fernando VI in 1750 dat er een hele stad voor het hof gebouwd moest worden.
Ondertussen is die stad uitgegroeid tot een woonplaats voor ruim 62.000 mensen, maar de koninklijke sfeer is niet verloren gegaan. Op nog geen tien minuten lopen vanaf het station zie je de brede lanen die naar het grote plein voor het paleis leiden. Het paleis ziet er van de buitenkant relatief simpel uit, hier en daar is een torentje, maar verder is er totaal geen opsmuk. Aan de zij- en achterkant liggen de beroemde Jardines de Aranjuez, gevoed door het water van de ernaast gelegen rivier de Tajo. Het is niet moeilijk je voor te stellen hoe men hier in vroeger tijden rondwandelde, al lonkend naar het andere geslacht tijdens het uitwisselen van de laatste roddels.

Niet te beschrijven
Het paleis is ruim honderd jaar door de Habsburgers, ook wel de Los Austrias genoemd, gebruikt. Hun stijl was relatief bescheiden. Aan de muren hingen wandtapijten van Vlaamse kunstenaars uit de zestiende eeuw. Daar zijn er nu nog een paar van te zien in één van de ruimtes die je kunt bezoeken. Het paleis werd vervolgens door de Borbones (vanaf 1700 op de troon) heringericht. Uit die tijd is vrijwel alles bewaard gebleven en vandaag de dag te zien. Tot Isabel II (koningshuis Borbon) in 1833 de troon besteeg, was het zuidelijk deel van het paleis voor de koningin en het noordelijk deel voor de koning.
De stijl van inrichten van de Borbones was totaal anders dan die van de Habsburgers en het is eigenlijk zonde om daar een beschrijving van te geven. Het leukste is om het zelf te gaan bekijken en er je eigen mening over te vormen. Maar het gevoel dat je krijgt als je van kamer naar kamer loopt, kan samengevat worden in één woord: overweldigend. De ene kamer is nog meer gevuld met pracht en praal dan de andere. Het moet een heidens karwei geweest zijn om dit allemaal schoon te houden…
God op aarde
Dat schoonhouden van het paleis, en de vele andere taken in en om het paleis, werd gedaan door honderden personeelsleden. Het leven aan het Spaanse hof, vooral tussen de 16e en 19e eeuw, werd bepaald door luxe, strikte protocollen en de complexe sociale en politieke dynamiek rondom de koning. Die koning zag zichzelf als een vertegenwoordiger van God op aarde. Niet iedereen had dan ook het ‘recht’ om de koning te zien. In veel gevallen bleven de koningen zelfs achter een scherm zitten. Het Spaanse hof was op het gebied van etiquette veel strenger dan de andere koningshuizen in Europa.
Wat staat er vandaag op de agenda
De dag in het paleis begon al vroeg. Hofdames en kamerheren hielpen de edelen met het aankleden en zich klaar te maken voor het ontbijt. Wat er gedragen mocht worden en ook de haarstijl werd bepaald door de koning. Uitverkoren aristocraten mochten aanwezig zijn bij de mis die in de kapel voor de koning werd opgedragen en daarna op audiëntie om hun verzoeken voor te leggen. Een groot deel van het leven aan het hof draaide om religie. Edelen die projecten voor de bouw van kerken en kloosters voorstelden hadden een streepje voor.
De rest van de ochtend werd besteed aan politieke zaken, verschillende commissies kwamen bij elkaar om plannen te bespreken. De vrouwen en aristocraten die geen officiële functies hadden, besteedden hun tijd aan het leggen van connecties die hun invloed moesten vergroten. De lunch was een gezamenlijke gebeurtenis, ook hier hadden sommige mensen weer het geluk dat ze de tafel met de koning mochten delen. De rest van de middag werd besteed aan wandelen, spelletjes, jagen, muziek en theater. ’s Avonds was het tijd voor nog meer vertier, de mooiste jurken en pruiken werden uit de kast gehaald om te kunnen pronken op een bal of bij een officieel diner.
Sociaal spel
De adellijke titels werden van vader op zoon doorgegeven en daarmee was in principe een plaats aan het hof gegarandeerd. Tenzij je iets deed dat tegen de regels van de koning inging. Hij was genadeloos, je titel en daarbij behorende landgoederen werden dan zonder pardon afgepakt. Alle momenten werden dus gebruikt om de positie aan het hof in stand te houden of te verbeteren, ook tijdens de schijnbaar oppervlakkige spelletjes die men speelde.
Ook in die tijd al speelde men ‘mens erger je niet’ en ganzenbord, en ook kaartspelen en schaken waren populair aan het hof. Felipe V (Borbón, 1700) was groot fan van het Franse koningshuis en de manier van leven aan het hof van Versailles. Daar genoot men van een ander type spelletjes dat tot dan niet bij de Spaanse hofetiquette hoorde. De Spaanse adel deed maar al te graag mee aan bijvoorbeeld El Impávido. Daarbij gingen zes mannen met ontbloot onderlijf om een tafel zitten. Onder die tafel zat een dame die daar ‘haar ding deed’, de mannen die lieten merken dat ze opgewonden raakten moesten de tafel verlaten. De Spaanse schilder Francisco Goya heeft een aantal kunstwerken gewijd aan de spelletjes waarbij één persoon geblinddoekt was terwijl anderen hem aanraakten. Ook de vrouwen hadden hun erotische bijeenkomsten waarin ze van elkaars’ lichaam genoten.
Andere koek
Het is makkelijk om je voor te stellen dat deze spelletjes in het overdadige paleis in Aranjuez werden gespeeld. Het Monasterio de San Lorenzo de El Escorial, vijftig kilometer ten noorden van Madrid, ziet er totaal anders uit. Ook dit paleis (dat dus de naam klooster kreeg) werd in opdracht van Felipe II door de Italiaanse architect Juan Bautista de Toledo gebouwd. De koning zag dit als een plek van wetenschap, politiek en religie, midden in een bergachtig boslandschap waar in het najaar gejaagd kon worden.
Hij liet binnen de paleismuren een grote basiliek bouwen, in de grote bibliotheek werden allerlei manuscripten bewaard, er was een laboratorium voor wetenschappelijk onderzoek en een ziekenhuis. De buitenkant van El Escorial ziet er bijna hetzelfde uit als het paleis van Aranjuez, maar zodra je binnenkomt zie je dat de overheersende stijl die van de Habsburgers is. Aan de muren hangen grote wandtapijten van Vlaamse kunstenaars, de kamers zijn kleiner en de slaapkamers van de koninklijke echtelieden zijn zelfs zeer eenvoudig te noemen.

Tijdsbeeld
De wapenkamer is heel toepasselijk van muur tot en met plafond beschilderd met taferelen uit het strijdtoneel. Sowieso hangen er in dit paleis veel schilderijen met allerlei dagelijkse en religieuze voorstellingen. Als je de tijd neemt om deze te bestuderen, krijg je een aardig inzicht in het leven maar ook de gemoedstoestand van die tijd. Waar tegenwoordig foto’s van afgeslachte mensen weggemodereerd worden, deed men daar vroeger een gouden lijstje om.
In de kelders van het Monasterio liggen alle leden van de diverse koninklijke huizen ‘begraven’. Neven, nichten en andere verwanten hebben elk hun eigen marmeren kist, er is zelfs een ruimte met een speciaal rond kunstwerk waar overleden jonge kinderen werden begraven. Voor de koningen zelf is er een speciale grafkamer, helemaal van zwart marmer en afgewerkt met gouden details.

Paleis voor elk seizoen
In principe verhuisde het hele hof vier keer per jaar. De drie wintermaanden werden in Madrid doorgebracht. In het voorjaar genoot men van de rust op het platteland van Aranjuez. In de zomer ging men naar de Granja de San Ildelfonso in Segovia, op de terugweg naar Madrid bracht men dan nog een paar maanden door in San Lorenzo de El Escorial.
De verschillende koningen hadden ook nog een eigen voorkeur voor andere bestemmingen binnen Spanje. Isabel II bijvoorbeeld, ontsnapte aan de Madrileense zomerhitte in Santander en San Sebastián. Sinds na de dictatuur de monarchie weer werd hersteld, brengt de koninklijke familie de zomers door in het paleis op Mallorca. Alle Reales Sitios worden beheerd door Patrimonio Nacional en zijn (deels) open voor publiek.
patrimonionacional.es
aranjuez.es
aytosanlorenzo.es
Vervoer:
Aranjuez via Cercanias 8 vanuit Madrid
El Escorial via Cercanias 3 vanuit Madrid

De koningen op een rijtje
Huis Trastámara (1479-1516)
Isabel I van Castilla 1474-1504 Eerste koningin van een verenigd Spanje, voltooide de Reconquista (1492), ondersteunde Columbus’ reizen, voerde de Inquisitie in.
Fernando II van Aragón1479-1516 Bracht Castilië en Aragón samen via huwelijk, veroverde Granada en Navarra, regent voor dochter Johanna.
Huis Habsburg (1516-1700)
Carlos I 1516-1556 Eerste koning van een verenigd Spanje, keizer van het Heilige Roomse Rijk, breidde het rijk uit in Europa en Amerika. In Nederland bekend als Karel V.
Felipe II 1556-1598 Centralisatie van macht, bouwde El Escorial, vocht tegen protestanten (Armada Invencible).
Felipe III 1598-1621 Verdrijving van de moriscos (1609), afhankelijk van validos (vertrouwelingen).
Felipe IV 1621-1665 Culturele bloei (Velázquez), economische crisis en verlies van gebieden
(o.a. Portugal).
Carlos II 1665-1700 Laatste Habsburgse koning, zwakke gezondheid, leidde tot de Spaanse Successieoorlog.
Huis Borbón (1700-heden)
Felipe V 1700-1724, 1724-1746 Eerste Borbónkoning, centralisatie, Decretos de Nueva Planta, deed tweemaal troonsafstand.
Lodewijk I 1724 Jong gestorven na slechts 7 maanden op de troon.
Fernando VI 1746-1759 El Prudente, bevorderde neutraliteit en economische groei.
Carlos III 1759-1788 Verlicht despoot, moderniseerde Madrid (o.a. Puerta de Alcalá), hervormde onderwijs.
Carlos IV 1788-1808 Zwakke heerser, regeerde via Godoy, afgezet door Napoleon.
Fernando VII 1808, 1813-1833 Herstelde absolutisme, verloor Spaanse koloniën in Amerika.
Isabel II 1833-1868 Omstreden regering, afgezet tijdens de Glorieuze Revolutie.
Amadeus I 1870-1873 Enige koning uit het Huis Savoye, trad af vanwege politieke instabiliteit.
Alfons XII 1874-1885 Herstelde monarchie na Eerste Republiek, El Pacificador.
Alfons XIII 1886-1931 Regeerde vanaf geboorte onder regentschap, verloor macht na dictatuur van
Primo de Rivera.
Juan Carlos I 1975-2014 Leidde democratische overgang na Franco, abdiceerde in 2014.
Felipe VI 2014-heden Huidige koning, moderniseert monarchie, richt zich op transparantie en jongeren.
Bron: Perplexity