Fietsend het voorjaar uit

Het is weer tijd voor de korte broek! En dan vooral de fietsbroek. Deze keer gaan we een mooie route doen door diverse dorpen in de Valle de Guadalhorce, de moestuin van de provincie Málaga. Hier en daar een klimmetje, afwisselend landschap, leuke bezienswaardigheden en natuurlijk de nodige terrasjes voor koffie en een lunch.

Tekst & foto’s: Bert Kloosterman

We parkeren de auto bij Restaurant Pedro Vazquez in Alhaurin de la Torre. Gezien de vele auto’s met fietsdragers moet dit een favoriete startplek van mountainbikers en fietsers zijn. Vanaf de parkeerplaats gaat de weg omhoog, een uitstekende manier om warm te draaien.

Niet veel verderop passeren wij de Club de Tiro Jarapalo, de kleiduivenschietvereniging. Er wordt hier echter niet alleen op kleiduiven geschoten. Als je wat bijbetaalt mag je, geheel legaal, ook op levende duiven schieten. Die duiven komen uit de omgeving van de kathedraal van Málaga, de grote hoeveelheid vogels daar zorgt voor overlast en dus worden ze gevangen. In plaats van dat ze vergast worden kunnen ze dus nog een laatste keer vliegen.

Met wat spirituele hulp
De rit gaat richting Alhaurin el Grande, langs één van de meer dan vijftig golfbanen van de Costa del Sol: Lauro Golf is schitterend aangelegde baan met 27 holes. Voor we bij het dorp komen fietsen we ook langs de Templo Budista Kadampa. Deze Boeddhistische Tempel is in 2022 op ceremoniële wijze geopend en is de grootste Boeddhistische Tempel in Europa.

Via de hoofdstraat rijden we Alhaurin el Grande binnen. Deze plaats staat bekend om de vele culinaire ontmoetingsplekken en natuurlijk om de grote kolonie Nederlanders en Belgen die hier is neergestreken. Het wordt niet voor niets al gekscherend Carihuela 2.0 genoemd.

We fietsen dwars door het centrum naar de andere kant van het dorp, om zo richting onze volgende bestemming te gaan.
Als we Alhaurin el Grande verlaten komen we, net buiten het dorp, langs een vervallen kasteelruïne. Voor deze ruïne zijn al heel lang plannen om er een restaurant van te maken, maar tot op heden is dit nog steeds niet van de grond gekomen.

Richting lunch
Vlak voor Coin slaan we linksaf om onze weg te vervolgen naar Monda. Na ongeveer 18 kilometer fietsen we dit kleine dorpje binnen. Monda, gelegen in de Sierra de las Nieves, moet al eeuwen oud zijn. Er zijn vondsten uit de prehistorische tijd gedaan. De overlevering verteld dat hier de laatste veldslag tussen Julius Caesar en de zonen van Gnaeus Pompeius Magnus heeft plaatsgevonden, de veldslag die Caesar won. Of deze verhalen echt waar zijn is tot op heden niet bekend. De naam Monda stamt uit het Romeins, in die tijd heette het Mondare, Vallei tussen de bergen.

In de achtste eeuw werd het dorp veroverd door de Moren en bouwden zij het karakteristieke kasteel van Monda. Tot op heden is dit een belangrijk herkenningspunt in het dorp. Na enkele malen vernield en herbouwd te zijn, is dit kasteel tegenwoordig een sfeervol hotel met uitstekend restaurant. Tijdens de periode van de Moren werd Monda een belangrijk agrarisch centrum met de productie van amandelen, olijven en vijgen. De in Monda gemaakte tapijten waren overigens ook ver buiten het dorp bekend.

Nadat de Moren werden verjaagd nam het telen van amandelen en vijgen af en ging men over op het maken van wijn en olijfolie. In de 20e eeuw werd het dorp “ontdekt” door hippies en kunstenaars. Sinds die tijd heeft het een naam opgebouwd als artistieke en culturele bestemming.

Pleintjes, kerken en musea
Een fietsrit is niet geslaagd als er geen stop in zit voor een heerlijke lunch. In het kleine centrum van Monda zit op het pleintje naast de fontein een restaurantje. Los Corboneros noemt zichtzelf Italiaans restaurant maar, behalve de pizza, spaghetti en lasagna op het menu, is er weinig Italiaans aan. Uiteraard staan er wel diverse Spaanse specialiteiten op de kaart. Het eten is prima en het terras op het pleintje is perfect om een goed beeld te krijgen van de diversiteit aan inwoners in het kleine dorp.

Na de lunch stappen we weer op de fiets en vertrekken richting Guaro. Het dorp is net als Monda al bewoond sinds de prehistorie. De Moren bouwden in Guaro een wachttoren en daarom heen groeide er langzaam een gehucht. In 1485 werd dit dorp veroverd door de Christelijke legers. De Christenen bouwden de moskee om tot kerk die tot op heden nog in gebruik is.

De grootste bezienswaardigheid in het dorp is het Museo Etnografico del Aceite, oftewel het Olijfolie Museum met daarin alle wetenswaardigheden over olijolie en de productie daarvan. Hoogtepunt van het jaar is in Guaro het Festival de La Luna Mora, een spektakel van licht en kleur. Elk jaar in september worden de straten verlicht met duizenden kaarsen waardoor er een sprookjesachtige sfeer ontstaat. Daarnaast is er natuurlijk ook veel aandacht voor de inwendige mens met veel eet- en drinkkraampjes.

Combi oud en nieuw
We laten Guaro achter ons en fietsen verder richting Coín, de ‘hoofdstad’ van deze regio. De weg bestaat uit klimmen en dalen. Gelukkig schijnt de zon en hebben wij geen haast. In het compacte centrum van Coin zie je nog de authentieke bouw en sfeer van het dorp. Om het centrum is het nieuwbouw met daar alle noodzakelijke voorzieningen voor zowel de inwoners als de vele landbouwers in de omgeving.

Het dorp heette in de Romeinse tijd Lacibis. Tijdens de Moorse overheersing werd de naam veranderd in Cohine. Dit werd uitgesproken als Coin, wat dus de uiteindelijke naam werd.
Net als in Guaro veroverden de Christelijke legers het dorp in 1485 op de Moren.

In het hart van Coin bevindt zich de Iglesia de San Andres. Deze stamt uit de 16e eeuw en is een van de meest bekende plekken van het dorp. De kerk heeft een L-vorm omdat er aan de kerk een schip werd gebouwd voor de zieken. De grote toren in het centrum van het dorp is het enige overgebleven deel van het Klooster van de Trinitariërs dat in de jaren zestig werd gesloopt. Dwars door Coin en langs het winkelcentrum La Trocha verlaten wij het dorp, op weg naar onze eindbestemming.

Onbekend Alhaurín
Met nog een klein stukje door Alhaurin el Grande gaan wij via de vrij rustige MA-3300 richting Alhaurin de la Torre. Het dorp staat niet bekend als toeristische bestemming, terwijl er toch wel wat leuke dingen te zien zijn. In het oude centrum is het een wirwar van straatje en zie je de invloeden uit de Moorse tijd. De historische kerk El Alamillo uit 1875 is zeker een bezoek waard. Er zijn diverse parken waar je kunt wandelen en op de leuke pleintjes is het goed toeven. Ook op culinair gebied heeft dit dorp enkele zeer uitstekende gelegenheden.

Uiteindelijk bereiken wij weer de parkeerplaats waar onze auto geparkeerd staat. We hebben inmiddels 65 kilometer en ongeveer 980 hoogtemeters in de benen. Dit lijkt best flink maar als je rustig aan doet, op tijd even stopt en er een paar uurtjes voor uit trekt, dit goed te doen is. En anders pak je de e-bike en fiets je fluitend deze route.

Foto van Bert Kloosterman
Bert Kloosterman

Fietsredacteur en eigenaar van BikeKick

Delen:

Facebook
Twitter
LinkedIn

¿qué pasa?

culturele agenda van de provincie Málaga

Meer lezen

Een greep uit onze artikelen

ESpecial Life Magazine

over het goede leven in Spanje

Blijf op de hoogte van nieuwe artikelen over Spanje!
(max. 1 mail per maand)