Het leven in Spanje is zoveel leuker als je een beetje weet hoe de maatschappij in elkaar steekt. Maar je kunt niet overal zomaar binnenlopen om te vragen wat men daar eigenlijk doet. Daarom doen wij dat voor jou. In deze aflevering van Vida Española nemen we een kijkje achter de schermen bij de Brigada Especializada en Incendios Forestales de la Comunidad Andaluza, de brandweer die gespecialiseerd is in het bestrijden van bosbranden.
Tekst & foto’s: Maria Kupers
Na de mens zijn bosbranden het grootste gevaar voor natuurgebieden. Andalusië telt honderdduizenden hectares aan natuurgebieden en platteland die niet altijd even goed bereikbaar zijn met gewone brandweerwagens. Daarom richtte de Junta de Andalucía in 1995 een speciale eenheid op om branden in de natuur te voorkomen en te bestrijden. Onder de naam Plan INFOCA (Incendios Forestales Andalucía) zijn het hele jaar door dagelijks honderden mensen aan het werk om zowel de natuur als de mensen die in de berggebieden wonen te beschermen.
Ik heb afgesproken op de basis in Cártama met Adriano Vázquez Mora, de directeur van het regionale operatie centrum in Málaga. In de provincie zijn drie van dergelijke bases, in Ronda, Colmenar en in Cártama. Op die bases is standaard een team van gespecialiseerde brandblussers aanwezig, klaar om in de helikopter te stappen zodra er ergens in de provincie een brand wordt gemeld.
Het team kan bovendien ook worden opgeroepen om elders in Andalusië aan de slag te gaan. Op het vliegveld van Málaga staan ook nog twee blusvliegtuigen van het ministerie van Milieu. Kortom, de sky is not the limit voor de brandweer.
Het feit dat de basis in Cártama zo dicht bij de luchthaven ligt betekent dat er altijd contact gezocht moet worden met de luchtverkeersleiding. “Piloten van passagiersvliegtuigen worden toch lichtelijk nerveus als wij onder hen vliegen en omvliegen is voor hen geen optie want dat kost extra brandstof”, vertelt helikopterpiloot Fernando. Hij is de afgelopen drie dagen elke middag op pad geweest. “Het is dit jaar opnieuw raak bij Mijas. Je kunt er bijna de klok op gelijk zetten rond vier uur ’s middags lijkt iemand zich te vervelen en wil graag wat leven in de brouwerij. Dat zie je wel vaker, mensen die kicken op het zien van een helikopter. Behalve dat ze door een brand aan te steken veel schade aanrichten, brengen ze ook mensen in gevaar. Elke keer als wij opstijgen lopen we een risico, daar moet niet lichtzinnig over gedacht worden.” We staan met z’n drieën te praten op de landingsbaan, naast de helikopters van INFOCA.
Zowel Adriano als Fernando hebben vele verhalen over branden die met opzet aangestoken worden. “Je hebt de klassieke pyromaan die van vuur houdt, dan zijn er mensen die ervan genieten om te zien dat ze met een vlammetje van een aansteker hele teams in actie kunnen brengen en dan heb je nog degenen die met opzet ergens chaos creëren zodat alle veiligheidsdiensten ver weg zijn van de plek waar zij bijvoorbeeld een lading drugs willen verhandelen”, aldus Adriano.
Brand in de bergen blussen: zo werkt dat
Zodra er een melding van een brand in de natuur of op het platteland binnenkomt wordt het aanwezige team op de basis gewaarschuwd via de omroepinstallatie. Om een beeld te krijgen van hoe dat te werk gaat krijg ik ter plekke een demonstratie. Op een drafje gaan de mannen naar de schuurtjes, voor elk team één, bij de landingsbaan. Daar hangt hun kleding en staat het gereedschap.
Terwijl ze hun hun pakken aantrekken, ruik ik een vage rooklucht. Het materiaal waarmee ze de brand te lijf zullen gaan wordt als eerste ingeladen en vervolgens stappen ze snel in de helikopter, ieder op een vaste plaats. Bij het instappen geven ze elkaar nog even een soort van high-five om elkaar geluk te wensen. Binnen 15 minuten na de oproep moet de helikopter opstijgen en het lukt hen meestal om daar nog wat minuten af te krijgen.
Het team wordt geleid door Francisco Vera, hij is bosbouwkundig ingenieur. Zijn vader en grootvader werkten ook al in de brandbestrijding in de natuurgebieden, lang voordat INFOCA werd opgericht. Zodra de helikopter in de buurt van de brand komt worden er video-opnames en foto’s gemaakt van de omgeving zodat er een goed overzicht van de situatie is en er een veilige plek om te landen gekozen kan worden. Direct na de landing gaan de mannen aan de slag.
De helikopter vertrekt dan meteen weer om water te halen. Daarvoor wordt de ‘bambi’ gebruikt. Dat is een oranje zak die onder het toestel hangt en waar ongeveer 900 liter water in kan. Indien nodig wordt er nog een tweede helikopter ingezet. Daar wordt geen personeel in vervoerd en er kan een waterzak van 1.200 liter onder hangen. In de natuurgebieden zijn speciale waterbassins aangelegd waar de helikopters de ‘bambi’ kunnen vullen. Als er in de buurt stuwmeren zijn wordt ook daar water uitgeschept.
Het verhaal van mensen die rustig op hun terras van een wijntje zitten te genieten en die ineens een helikopter water uit hun zwembad zien halen, is een soort van broodje aap verhaal. Alleen in uiterste noodgevallen kan dit gebeuren maar Fernando heeft het nog nooit meegemaakt of van collega’s gehoord dat zij dit doen. “Volgens de wet mag het maar het is absoluut niet wenselijk. Zo vlakbij een huis zijn de gevaren voor een helikopter altijd groter en dat wil je echt niet.”
Naschrift: een week na dit bezoek en terwijl het magazine al naar de drukker was werd er uit een zwembad van (afwezige) Nederlanders in Coin water gehaald. Bij navraag in Cártama zei een andere piloot dat men kiest voor zwembaden waar niemand in de buurt te zien is. Maar het gebeurt dus wel “we hebben het over brand, dan gaan we niet 10min extra vliegen indien dat niet nodig is”
Water ter afkoeling
In België en Nederland zijn we gewend dat de brandweerwagen met gillende sirenes een straat in komt rijden en er dan slangen uitgerold worden. Alles is altijd goed bereikbaar en overal is water beschikbaar. Dat is in Andalusië niet het geval. Afhankelijk van de plek waar de brand woedt, worden ook bluswagens ingezet maar dat is op bergtoppen toch ietwat gecompliceerder. Een brand wordt hier dan ook niet zozeer geblust als wel uitgeslagen.
Terwijl het team nog in de lucht is maakt Francisco het plan van aanpak op basis van de gegevens die hij binnenkrijgt vanaf de grond en van wat ze ter plekke zien. Het eerste doel van het team is het veiligstellen van de bevolking in de buurt, daarna het beschermen van de natuur en eventuele monumenten in het gebied. Er is voortdurend contact met het operationele centrum in Málaga, zodat er indien nodig meer mensen en materieel ingezet kunnen worden.
De strategie is simpel: zorg ervoor dat er niets te branden meer is. De methode om dat te bereiken is al eeuwenoud. De mannen werken in een rij, ieder met een eigen taak. Met gereedschappen die lijken op schoffels en scheppen wordt alles wat brandbaar is met de grond gelijk gemaakt. De volgende persoon in de rij slaat de vlammen vervolgens dood met een soort roeispaan. Indien nodig wordt ook nog een motorzaag ingezet om lage begroeiing af te zagen. Zo ontstaat ter plekke een brandgang die verdere verspreiding van het vuur voorkomt.
Afhankelijk van de situatie wordt zelfs een andere plek in brand gestoken. Door stukken terrein met onkruid op gecontroleerde wijze af te branden blijft er niets dan verschroeide grond over en dat is dan de grens voor de oorspronkelijke brand. Vuur met vuur bestrijden werkt in dit geval dus echt. Het water dat door de helikopters en eventueel ingezette blusvliegtuigen wordt gestort is vooral bedoeld ter afkoeling van de plekken waar de brandweer op de grond aan de slag is.
Wie zijn onze helden?
Na de simulatie van een melding en uitgebreide uitleg over het gebruik van de gereedschappen ben ik zwaar onder de indruk. Deze mannen stappen blijkbaar zonder enige twijfel en angst elke keer weer in de helikopter om met een vaartje van 250 kilometer per uur naar de plek des onheils te gaan. Ik vraag Adriano wat voor opleiding je moet hebben om dit werk te kunnen doen. “Iedereen heeft een studie bosbouw gedaan. Ze kennen de natuur door en door en hebben daarnaast ook specifieke aanvullende scholing gevolgd op het gebied van het blussen van natuurbranden en veiligheid. Bovendien wordt er voortdurend aan bijscholing en opfriscursussen gedaan. Buiten dat moeten ze natuurlijk fit zijn, het is zeer zwaar lichamelijk werk”, vertelt hij.
Op de basis is een lesruimte, een grote keuken waar de mannen samen koken en eten en een ruimte met fitnessapparaten. Er zijn in totaal vier teams die elkaar afwisselen. Afhankelijk van het tijdstip van zonsondergang is de basis in principe van 10 uur ’s ochtends tot 22 uur ’s avonds bezet. Bij grote branden worden alle teams opgeroepen.
Onder de brandweermensen zelf bevinden zich geen vrouwen. “Toen ik studeerde waren er maar heel weinig vrouwen op de faculteit. Bosbouwkunde lijkt toch een mannending te zijn. De laatste jaren zie je wel meer vrouwen in de uitvoerende functies maar dat gaat heel langzaam. Er is echter wel sprake van een zeker evenwicht tussen mannen en vrouwen in de leidinggevende functies.”
Het team van de basis in Cártama is mobiel inzetbaar maar er zijn nog vele honderden mensen die op vaste plekken aan het werk zijn. In alle berggebieden zijn teams van INFOCA actief, op centrale plekken staan ook huisjes met uitkijkposten die als hun basis dienen. Zij houden de omgeving in de gaten, helpen bij bluswerkzaamheden en zorgen voor het onderhoud van de berggebieden door bijvoorbeeld brandgangen aan te leggen. Een deel van hen is het hele jaar door in dienst van de overheid, een deel alleen in de zomermaanden en een ander deel van de werkzaamheden wordt door vrijwilligers gedaan.
Geen rook zonder vuur
Terwijl de brandweer nog aan het blussen is gaat het team van de Brigada de Investigación de Incendios Forestales al aan de slag. Het is hun taak om uit te zoeken hoe de brand is ontstaan en om alle bewijzen te verzamelen. Met die bewijzen in de hand gaat de Policia Nacional of Seprona (van de Guardia Civil) op zoek naar de eventuele dader. Helaas is de mens meestal de aanstichter van de brand.
Uit de statistieken van vorig jaar blijkt dat er in 5% van de gevallen sprake is van een natuurlijke oorzaak en dat is dan een blikseminslag. Veertig procent van de branden wordt veroorzaakt door nalatigheid, 35% is met opzet aangestoken en in 10% is er sprake van een ongelukje. Van de overige tien procent is de oorzaak (nog) niet bekend. Onder die nalatigheid valt ook de sigarettenpeuk, de grootste veroorzaker van branden.
Terwijl ik nog even wat napraat met wat brandweermannen blijkt dat ze dat, na het moedwillig aansteken, echt wel de meest erge oorzaak vinden. Ze begrijpen niet waarom het niet tot mensen wil doordringen dat ze door hun achteloze gedrag natuur vernielen en de bevolking en de brandweer in potentieel levensgevaarlijke situaties brengen.