“Je komt er zeker heel vaak?” deze vraag wordt mij regelmatig gesteld sinds ik in Spanje woon. Standaard is mijn antwoord “Nee, niet echt eigenlijk. Tenminste niet zo vaak als voor mijn emigratie”. Voor de mensen die niet in een vakantieland wonen is het misschien ondenkbaar dat je er niet regelmatig een bezoek aan brengt als je er relatief zo dichtbij woont én ook nog eens over meer dan 300 dagen zon per jaar beschikt. Ik heb het natuurlijk over het strand!
Herinneringen
In Nederland woonde ik net zover bij het strand vandaan als nu en ik kwam er vaak. Ik heb er dan ook veel mooie herinneringen. Zo herinner ik me de kleffe witte boterhammen met kaas die ik op het strand at toen ik klein was. Standaard met wat zand, maar ach dat schuurde de maag en ziek werd je er niet van. Sterker nog; het was goed voor je immuunsysteem. Net zoals het goed was om te onthouden bij welk nummer strandpaal je ouders achter hun windscherm lagen, zodat je ze zonder paniek en tranen snel terugvond. Ik herinner me de viskar op het harde zand waar we naartoe renden voor een portie kibbeling of een grote zure bom. Maar ook het ijsje op de terugweg naar de auto en het gevoel van rood verbrande billen. Als tiener kwam ik er met een groep vrienden om te bakken totdat de zon onderging. Het ijsje was inmiddels vervangen door een bak patat en een biertje.
Het strand was ook de plek waar ik heenging als ik mijn hoofd wilde leegmaken of behoefte had aan nieuwe energie of inspiratie. De wind waaide al mijn zorgen weg en schrijven bij een strandtent hielp me om mezelf en het leven beter te begrijpen.
Dromen
Het strand was ook de plek waar ik ten huwelijk werd gevraagd en waar we later met ons gezinnetje kwamen om zandkastelen te bouwen, lange wandelingen te maken en te dromen over onze toekomst. Het was dan ook op het strand dat we onze kinderen vertelden dat we gingen emigreren.
Playa
Sinds ik in Spanje woon, is mijn relatie met het strand veranderd. In de zomer vind ik het er te warm en druk door de hoeveelheid toeristen. In het voor- en najaar ga ik er soms heen voor een wandeling of lunch bij een strandtent. Heel sporadisch zelfs voor een paar uur ontspannen op een zonnebedje met een fijn boek en goed gezelschap. Maar waar ik in Nederland naar het strand ging om mijn hoofd leeg te maken, loop ik nu door mijn eigen boomgaard of maak ik een wandeling over de campo. En schrijven doe ik tegenwoordig waar en wanneer ik maar kan, want ‘Life is a beach’ ten slotte!