Cádiz is vrijwel volledig omringd door de zee die zo belangrijk is geweest voor het ontstaan van de stad. Eeuwen geleden was Cádiz het commerciële centrum van Europa en zelfs nog een tijdje de plek waar de Spaanse regering zetelde. In het Cádiz van nu zijn heden en verleden samengesmolten tot een levendige stad die de bezoeker uitnodigt voor een paar dagen cultuur, gastronomie en strand.
Er zijn welgeteld drie wegen om Cádiz binnen te komen, twee daarvan gaan over een brug en de derde langs een smalle strook strand. De unieke ligging van de stad was bepalend voor haar geschiedenis. Het schiereiland was makkelijk te verdedigen en uit documenten blijkt dat er al in 1.100 voor Christus mensen woonden.
De haven van Cádiz is altijd een belangrijk punt geweest voor schepen die vanaf de Atlantische Oceaan richting de Middellandse Zee voeren en voor de handel met de rest van Spanje en Europa. In de zestiende en zeventiende eeuw was Cádiz het commerciële centrum van Europa. Twee keer per jaar gingen meer dan 30.000 mensen aan boord van de schepen richting ‘Las Americas’, de koloniën van Spanje.
Verwarrende geschiedenis
Het verhaal over de handel met de Spaanse koloniën is doorspekt met uitdrukkingen die op het eerste gezicht voor verwarring zorgen. Men spreekt over Cádiz als vertrekpunt voor de reizen van Columbus naar Las Americas maar de paleizen waarin de koopmannen woonden heten Casa de los Cargadores de Las Indias. Ik vraag Jesús Carrillo om opheldering. Hij is gids en tijdens een wandeling door de stad vertelt hij me alles over de geschiedenis en wat daar vandaag de dag nog van te zien is.
In Cádiz en omgeving hebben altijd buitenlanders gewoond, zoveel zelfs dat je op straat meer Portugees, Engels, Italiaans, Nederlands dan Spaans hoorde praten. Niet alleen de haven van Cádiz maar die van alle plaatsen in de Bahía de Cádiz werden gebruikt voor de handel met andere continenten. In de tijd van Columbus behoorde het gebied tot het eigendom van de Duque de Medinaceli en was niet direct in handen van de Spaanse Kroon.
Hoe zit het met Columbus?
Christoffel Columbus werd in 1451 in Genova in Italië geboren. Al jong wilde hij de wereld ontdekken en werd zeevaarder. Omdat het Ottomaanse Rijk de handelsroute met Azië (Las Indias) had gemonopoliseerd moesten andere landen op zoek naar een nieuwe route.
De Portugezen besloten via Kaap de Goede Hoop te gaan. Columbus bedacht dat het mogelijk zou moeten zijn via het westen te varen. Hij verbleef twee jaar in het Castillo de San Marcos in Puerto de Santa Maria, het verblijf van de Duque de Medinaceli, om het project voor zijn expeditie op te zetten.
De graaf vond de reis een goed plan maar schrijft in zijn aanbevelingsbrief aan de koning dat Columbus niet vanaf Puerto de Santa Maria zou moeten vertrekken. Die stad is namelijk niet in handen van het koninkrijk maar van de adel, de opbrengsten en rechten die voortvloeiden uit deze missie zouden dan voor de adel zijn. De verhoudingen tussen de adellieden onderling zouden dan op scherp komen te staan.
Op 3 augustus 1492 vertrekt de expeditie uit de haven van Palos de la Frontera in Huelva. Die plaats had nog een belastingschuld bij het koninkrijk en kon die op deze manier terugbetalen.

Las Indias is Las Americas
Het idee van Columbus dat je via het westen ook naar Azië moet kunnen zeilen klopt dan wel, maar hij wist niet dat er nog een heel continent tussen ligt. Als hij bij de diverse eilanden van Midden-Amerika aankomt denkt hij in Azië te zijn aanbeland en plant de Spaanse vlag op de nieuw ontdekte grond, waaronder Cuba, Mexico en Jamaica. Hij keert terug naar Spanje met slaven, goud, zilver en andere exotische waren.
Daarna gaat hij nog drie keer op reis, naar wat men nog steeds denkt dat ‘Las Indias’ zijn, dan wél vanuit de Bahia de Cádiz. Hij sterft in 1506 zonder te weten dat hij nooit naar Azië is gezeild.
Van vesting naar stad
Nu er een nieuwe route was kon er weer volop gereisd worden. Geheel onlogisch was het middelpunt van die handel niet een kustplaats maar het meer in het binnenland gelegen Sevilla. Via Sanlúcar de Barrameda voeren schepen de Guadalquivir op naar de stad. Daar werd alles uitgeladen, overgeladen en verwerkt. Ook al het papierwerk voor de handel met de koloniën werd in Sevilla geregeld, onder andere bij de Casa de la Contratación.
Maar bij de riviermonding en ook stroomopwaarts slibde de rivier steeds verder dicht. Veel schepen lieten een deel van de lading al achter aan de kust en uiteindelijk besloot men, onder luid protest van de adel in Sevilla, in 1717 de Casa de la Contratación naar Cádiz te verhuizen.
In de daaropvolgende jaren verhuisden ook de kooplui, bankiers, ambtenaren van andere instanties en fabrieken naar de kust. Alleen de tabaksindustrie bleef in Sevilla bestaan.

Nieuwsgierig aagje
De afgelopen jaren ga ik altijd op stap met een gids, niet alleen omdat ik dan de beste informatie krijg voor een artikel, ook omdat ik zelf altijd dingen wil weten die je niet op websites vindt. Ik ga echter nooit met een groep en al helemaal niet met de ‘free tours’, het moet wel leuk en maatschappelijk verantwoord blijven.
Ik heb Jesús Carrillo gevonden via de gemeente en zie op zijn Facebookpagina dat hij altijd leuke weetjes deelt en zich bovendien inzet voor lokale economie en goede doelen. Nadat ik zelf al een dag op mijn gemak door de stad heb geslenterd, treffen we elkaar op de Plaza de España.
Daar staat een enorm standbeeld met daarop onder andere de tekst ‘libertad de imprenta’. Dat soort uitspraken vallen bij mij altijd in goede aarde, maar waarom staat dat daar?
De allereerste en onbekende grondwet
Elk jaar op 6 december viert Spanje het feit dat er op die datum in 1978 gestemd mocht worden over een nieuwe grondwet. Een gedenkwaardig moment, zeker na tientallen jaren dictatuur, maar de allereerste grondwet stamt uit 1812. In die tijd was de regering van Spanje in Cádiz gevestigd, eigenlijk was Cádiz toen het enige vrije Spanje dat nog over was.
Napoleon Bonaparte had op listige wijze de Spaanse koning overgehaald het land beschikbaar te stellen voor zijn legers. Die wilden naar Portugal om vandaaruit de Britten te verslaan. Terwijl de koninklijke familie in de beloofde kastelen in Frankrijk op vakantie gingen bleek al snel dat ze bedonderd waren.
De vakantie was een gevangenschap en de legers van Napoleon waren dan wel op weg naar Portugal maar bezetten op hun weg ook meteen even Spanje. Toen de troepen bij Ciclana en San Fernando aankwamen werden ze tegengehouden op hun weg naar Cádiz.
Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog was Cádiz de hoofdstad van Spanje, ook de nationale munt – een C met een kroontje erboven – werd er geslagen. In 1810 kwamen vertegenwoordigers van alle steden en provincies bij elkaar in het gemeentehuis van San Fernando om vervolgens vandaaruit samen naar de kerk te gaan. Tijdens de kerkdienst werd hen gevraagd hun trouw aan Spanje te zweren. Iedereen deed dat en daarmee werden de ‘Cortes de Cádiz’ opgericht, vergelijkbaar met de Staten-Generaal.
Traditioneel versus modern
Tot dan hadden alleen de Verenigde Staten en Frankrijk een grondwet. De leden van de Cortes wilden dat ook Spanje een dergelijke ‘moderniteit’ zou krijgen. Voordat het zover was liepen de gemoederen regelmatig hoog op. Er waren kamerleden die vonden dat de macht van de koning ingeperkt moest worden, vooral ook omdat die nog steeds rustig in Frankrijk zat.
Anderen wilden dat de oude manier van het land besturen bleef bestaan. Op allerlei gebieden bleek dat er twee kampen waren ontstaan: liberaal en conservatief.
Toen in 1810 de vrijheid van meningsuiting en vrije pers in werd gevoerd waren het vooral de liberalen die snel terrein wonnen. Debatten werden openbaar en er kwamen meer kranten en vlugschriften, de conservatieven wisten hier niet goed mee om te gaan. In de cafés werden bijeenkomsten georganiseerd waarbij politici in debat gingen met elkaar en met het publiek.
Op 19 maart 1812 werd uiteindelijk de nieuwe grondwet goedgekeurd, de inhoud was uitermate vernieuwend voor die tijd. Het was de eerste aanzet voor werkelijke democratie en de inperking van de macht van de koning en de kerk. Niet alleen werd de persvrijheid gegarandeerd, er kwam ook een verbod op de inquisitie. Toen koning Fernando VII in 1814 terugkeerde naar Spanje schafte hij de grondwet, en alle andere decreten en wetten van de Cortes, overigens meteen weer af.
Overzichtelijk en gezellig
Cádiz is de ideale stad voor mensen die alles op loopafstand willen: strand, lekker eten, cultuur en shoppen.
In het centrum zelf zitten voornamelijk hostals, die leeftijd ben ik inmiddels gepasseerd dus ik kies voor het enige boutique hotel in de stad. Casa Canovas is een omgebouwd adelijk pand en ligt in een rustige zijstraat maar toch op minder dan 10 minuten lopen van de kathedraal.
Eigenlijk liggen alle bezienswaardigheden in Cádiz minder dan 10 minuten lopen van elkaar. De bewegwijzering is goed, op internet kun je vooraf alles al uitzoeken en je tickets voor de diverse musea reserveren.
Eten
In en rondom het centrum zitten veel restaurants en bars met een uitgebreide keuze aan gerechten. Zoals te verwachten valt in een kuststad kunnen visliefhebbers hier hun hart ophalen. In de buurt van de kathedraal overheersen de restaurants met plaatjes in plaats van letters op de menukaart, voor de wat verfijndere gerechten kun je beter de zijstraatjes inlopen.
Wat moet je zien?
Natuurlijk heb je de kathedraal van Cádiz, het Gran Teatro Falla (hart van het carnaval), de oude toegangspoort Puerta de Tierra en diverse musea op je lijstje van bezienswaardigheden staan. We voegen er nog wat aan toe:
La viña
Wijk vlakbij het strand La Caleta, met veel (vis) restaurants en terrasjes. De naam verwijst naar de wijngaarden die hier vroeger lagen.
Playa La Caleta
Dit was vroeger de vissershaven van Cádiz, aan beide kanten van het strand ligt een kasteel dat je kunt bezoeken. Mooie zonsondergang boven zee en het strand waar vooral oudere bewoners elkaar het hele jaar door treffen voor een praatje en een duik in de zee.
Torre Tavira
Alle panden van de handelaars met ‘Las Indias’ hebben torens. Vanaf daar kon men de zee in de gaten houden en dus zien wanneer hun schepen in de buurt van de haven kwamen. Er zijn er nog 133 overgebleven, de Torre Tavira is één van de hoogste en je kunt deze bezoeken.
https://www.torretavira.com
Plaza de España en Plaza Mina
Beide pleinen zijn met hun banken en grote bomen uitstekende plekken om even tot rust te komen in deze bruisende stad. Op de Plaza Mina vind je bovendien ook nog enkele terrasjes.
Mercado Central
In het marktgebouw uit 1830 kun je niet alleen de dagelijkse verse boodschappen halen. Er is een hele ‘straat’ met kraampjes waar je allerlei soorten tapas, drankjes en maaltijd kunt bestellen. Alle kramen delen het terras, het maakt dus niet uit waar je je gerecht vandaan haalt. Op de buitenmuren van de Mercado staan interessante muurschilderingen over het verleden van Cádiz.
Meer info:
www.facebook.com/jesusguiacadiz
hotelcasacanovas.com
www.cadizturismo.com/municipios/cadiz