Smalle straatjes met statige middeleeuwse panden, kleine en grotere kastelen, een schat aan musea en een prachtige kathedraal. Toledo is dé stad om te bezoeken om een goed beeld van de Spaanse geschiedenis en cultuur te krijgen.
Tekst Maria Kupers.
Foto’s: Ayuntamiento Toledo, Restaurant La Ermitaña, San Telesforo, Maria Kupers.
De veiligste plek om een stad te bouwen is boven op een heuvel. Niet alleen kun je je vijanden dan van verre zien aankomen, je kunt ze ook veel makkelijker aanvallen. Rondom de heuvel waarop Toledo is gebouwd stroomt de rivier de Tajo: nog meer bescherming tegen ongewenste indringers. Niet voor niets is de stad de hoofdstad van het rijk van de Visgoten, Romeinen, Moren en het koninkrijk Castilla geweest. Ze hebben allemaal hun sporen nagelaten en dat voel je als je door de straten loopt.
Inside info
Toledo is een stad waar de meeste toeristen een paar uur rondlopen om al het moois te zien en dan weer met de bus of trein naar Madrid gaan. Ik hou er echter van om een paar dagen uit te trekken om rustig het dagelijks leven te observeren en de tijd te nemen om de wat minder bekende dingen te ontdekken. Mijn ervaring is dat taxichauffeurs, obers en eigenaren van accommodaties graag over hun stad en leven vertellen en de beste tips hebben, vakantie is voor mij dan ook veel praatjes maken.
De taxichauffeur die me naar mijn appartement in een smal straatje in het centrum rijdt lacht als ik zichtbaar schrik van de hoeveelheid mensen op het grote plein, Plaza Zocodover, in groepjes bij elkaar staan. “Er zijn net wat bussen aangekomen, vanavond ziet de stad er heel anders uit.” Hij blijkt gelijk te hebben. Zodra de avond valt en ik op mijn gemakje naar één van de vele restaurants die mijn tijdelijke huisbazin me heeft aangeraden slenter, zie ik vooral Spanjaarden die een avondwandeling maken of een rondje hardlopen.
Terug in de tijd
De monumenten zijn prachtig verlicht en met een beetje fantasie hoor je achter de deuren de vage geluiden van een middeleeuws bacchanaal. Als het vertier eens uit de hand liep was het niet ongebruikelijk dat er in een donker steegje een duel werd uitgevochten. Met zwaarden die in Toledo zelf werden gemaakt. Een eeuwenlange positie als hoofdstad van diverse koninkrijken kan immers alleen maar behouden worden met goede wapens. Nog steeds worden er op ambachtelijke wijze zwaarden gemaakt in Toledo. Dat zijn natuurlijk niet de glimmende sabels die je in de meeste souvenirwinkels vindt.
Made in Toledo
Tony Arellano was als kind al niet weg te slaan uit de smederij van zijn opa en vader, toen nog binnen de stadsmuren. Vijf generaties van de familie droegen de meesterstitel van oude ambacht, vader Antonio is nu nog de enige in heel Spanje. De werkplaats van Espadas Toledo is inmiddels verplaatst naar een loods, met kleine tentoonstellingsruimte, op het industrieterrein. Beide Antonio’s maken daar de meest mooie en scherpe wapens op bestelling van particulieren en producenten van series en films. Hij vertelt smakelijk over de diverse soorten zwaarden door de eeuwen heen. “De eerste zwaarden waren een soort grote bijlen, daar kon je makkelijk ledematen mee afhakken. Toen de Romeinen grotere schilden gingen gebruiken kon je met dit type zwaard niet meer zo goed bij het lichaam komen en bedacht men de smallere puntige zwaarden. Daarmee kon je nog wel wat lichaamsdelen en dus slagaders raken” vertelt hij terwijl hij soepeltjes voordoet hoe dat in die tijd ging.
Ik doe voor de zekerheid een paar stappen terug en vraag naar het harnas dat in een hoek staat. “Tja, toen werd vechten een stuk minder leuk, je kon eigenlijk nergens meer bij. Maar met 30 kilo aan plaatwerk aan je lijf kon je zelf ook niet meer soepel bewegen. Het gevecht was er toen vooral op gericht om botten te breken en zo de vijand uit te schakelen” aldus Antonio. Niet iedereen in die tijd kon overigens zomaar een zwaard aanschaffen, ze werden tot de zeventiende eeuw door de koning in bruikleen gegeven.
De vorm van het zwaard veranderde weer iets toen particulieren, meestal de adel, zelf zwaarden mochten aanschaffen. Er moest natuurlijk een familiewapen in het ontwerp worden verwerkt en rondom de hand was een beschermend kunstwerkje gesmeed. Om het geheel compleet te maken droeg men in die tijd ook een mes bij zich.
Lekkers bij de koffie
Vanaf mijn balkon kijk ik uit op een steegje waar eeuwen geleden ongetwijfeld duels zijn uitgevochten en waar nu ouders met hun kinderen met ferme pas richting school lopen. Tussen acht en tien uur krijg ik nog een goed beeld van het dagelijks leven van de bewoners. De stad begint tot leven te komen en de bussen met toeristen zijn er nog niet. Mensen die op weg naar hun werk nog even snel een kopje koffie drinken. Naast dat kopje ligt dan vaak een stukje marsepein. Hoewel dat stukje zoetigheid inmiddels overal verkrijgbaar is, komt het oudste recept (1512) uit Toledo. De oudste marsepeinfabriek van Spanje staat dan ook in Toledo en ik heb het geluk dat ik een kijkje achter de schermen mag nemen.
De ‘cafetería’, winkel en bakkerij van San Telesforo zit nog steeds op dezelfde plek als waar Juan Sánchez in 1806 zijn banketbakkerij en marsepeinfabriek opende, de Plaza Zocodover. De marsepein wordt inmiddels nét iets buiten Toledo gemaakt. Juan Manuel Albelda vertelt met trots over het familiebedrijf en de lekkernijen die ze maken. Alles volgens het oude recept, vrijwel alles met de hand en voldoend aan de strenge eisen van de ‘denominación de origen de Toledo’.
Met aandacht gemaakt
Op zich is het recept heel simpel: amandelen en suiker met elkaar mengen, even in de oven en klaar. De amandelen die zij gebruiken komen uit het oosten Spanje. “Onze keuze voor noten uit eigen land heeft meerdere redenen” vertelt Juan Manuel. “Ze hebben de juiste verhouding vetten voor een uitstekende smaak en waarom zouden we producten importeren die hier ook verkrijgbaar zijn?”
In de werkplaats wordt het deeg gemengd en vervolgens in kleine stukjes gesneden. Kundige handen geven er vorm aan en vullen deze met ‘cabello de ángel’ of eigeel. De enige machines die hier staan zijn voor het mengen van het deeg, het verpakken van de marsepein en natuurlijk de oven waar de zoetigheden even vijf minuten in gaan om een kleurtje te krijgen. In de maanden rondom kerst is het extra druk, maar ook gedurende de rest van het jaar ligt de fabriek niet stil. Bij elke wedstrijd van Real Madrid staat marsepein van San Telesforo in de VIP ruimte en daarnaast maakt het bedrijf ijs.
Musea en mooie dingen
Toledo is een feest voor museumliefhebbers, niet alleen de buitenkant van de gebouwen in mooi, ook binnen zijn juweeltjes te vinden. De bekende schilder Greco (de Griek) heeft jarenlang in de stad gewoond en schilderde er zijn meest mooie werken in kerken, kloosters en de kathedraal. Een groot deel van de rest van zijn werken is te bewonderen in het enige Greco museum in Spanje.
De kathedraal is overdag al prachtig, maar als je de kans krijgt om een toegangskaartje te bemachtigen voor een bezoek in de avond moet je dat zeker doen. Alles is zeer mooi verlicht en dat zorgt voor een mystieke sfeer.
Anders dan anders
Toledo heeft een keur aan musea en monumenten. Ik kies ervoor om zo maar wat rond te wandelen en te kijken waar ik terecht kom. Dat isdDe Biblioteca de Castilla-La Mancha: een mooi pand met op de eerste verdieping ook nog echt zo’n grote leeszaal met hoge plafonds zoals je die in films ziet. Het meest opvallende vind ik een lange gang is met ouderwetse alkoofjes die uitzicht bieden op de stad. Op de stoelen die bij elk raam staan zit regelmatig iemand rustig te lezen. Een paar keer per week zijn er gratis concerten en er zijn wisselende tentoonstellingen van diverse kunstenaars.
Terwijl ik mijn middagwandeling voortzet valt mijn oog op een poster die net buiten een binnenplaatsje aan de muur hangt: over een half uur is hier livemuziek. Nieuwsgierig loop ik naar binnen en dat blijkt al snel een goede keuze te zijn geweest. Het pand is een oud Arabisch kasteel dat nu in gebruik is als klooster. Onder de verblijven van de nonnen, op de benedenverdieping, zit het Museo Cromática, toch maar even vragen naar het concert. Ik raak aan de praat met de initiatiefnemer van een bijzondere collectie kunstige muziekinstrumenten, Luis García Cid. Hij komt uit een familie van instrumentenbouwers en verzamelt al 25 jaar beschilderde instrumenten.
Gekleurde muziek
Terwijl we door het prachtig opgeknapte gangenstelsel lopen, vertelt hij over de violen, contrabassen, saxofoons en piano’s die er staan. Ze zijn allemaal beschilderd door bekende kunstenaars en zien er werkelijk schitterend uit. Het museum is volgens Google het op één na meest originele en best gewaardeerde museum ter wereld. Ik bestudeer de perfectie van een geschilderde leeuw op een contrabas en hoor de zachte klanken van een gitaar. In de cocktailbar zit een klein groepje mensen te luisteren naar het optreden van die avond.
Na dit concert vervolg ik mijn wandeling richting de rivier, ik wil voor de avond valt nog even de ‘senda ecologica’ doen. Een wandelroute langs het water die voor vele inwoners van de stad een avondritueel lijkt te zijn. Vanaf beneden voel je meteen hoe moeilijk het moet zijn geweest om de stad in te nemen, als je überhaupt de rivier overkwam moest je nog een behoorlijk stuk klimmen en dus het risico liep met van alles en nog wat bekogeld te worden. Na een paar dagen in de stad heb ik inmiddels wel zware benen van al die klimmetjes, de roltrap naar het uitkijkpunt El Miradero is dan ook zeer welkom. Ik ben net op tijd om het laatste daglicht te zien verdwijnen en de volle maan over het omliggende platteland tevoorschijn te zien komen.
Wat schaft de pot?
Veel lopen maakt hongerig. Gelukkig is er een uitgebreide keuze aan restaurants en bars in de stad. Natuurlijk vermijd ik de plaatsen die hun menu in foto’s presenteren en de bekende ketens. Gastronomische hoogstandjes, lokale producten en prachtig uitzicht zijn de basis voor mijn keuzes. Net als in de rest van Spanje is de lokale gastronomie gebaseerd op wat er van oudsher in de omgeving voorkomt. Dat is vooral vlees en allerlei soorten groenten. In het ene restaurant heel smaakvol volgens het eeuwenoude recept klaargemaakt, in het andere vormen deze ingrediënten de basis voor vernieuwende combinaties.
Tourists do not go home!
Toen het koninklijk paleis in de zestiende eeuw naar Madrid verhuisde raakte de stad langzaam in verval. In de tweede helft van de vorige eeuw was de binnenstad inmiddels zo vervallen dat de bewoners naar de nieuwe wijken buiten de stadsmuren verhuisden. Toen UNESCO in 1986 de stad op de werelderfgoedlijst zette veranderde alles voorgoed. Monumenten werden gerestaureerd en Toledo werd een must voor liefhebbers van geschiedenis en cultuur. Dat resulteerde in werkgelegenheid én ook meer leven in de brouwerij voor de bewoners zelf. Die zien vooral de laatste jaren wel een enorme toename van het aantal toeristen maar vinden dit, waarschijnlijk omdat er niet extreem veel mensen overnachten, geen probleem. Je bent dus van harte welkom om deze stad te ontdekken!
Vervoer
Hogesnelheidstrein vanaf Madrid: 35 minuten, €14
Uitgebreid netwerk aan stadsbussen
In het centrum zijn diverse taxi-standplaatsen
Fiets: centrum heeft steile straten, buitengebied ok.
Bezoeken
www.turismo.toledo.es
www.biblioclm.castillalamancha.es
www.museocromatica.com
www.mazapantoledo.com
www.espadasdetoledo.com
www.luminacatedraldetoledo.com
Eten & drinken
www.laermitana.es
www.restaurantesanchezbeato.es
www.tabernabotero.com
www.cerveceriatrebol.com
www.circuloartetoledo.org
www.facebook.com/botanicbarlegendariotoledo
www.abadiatoledo.com
Overnachten
www.apartamentosturisticostoledo.com