Het voordeel van in Spanje wonen is dat je voor twee landen blij kunt zijn als ze voetbalkampioenschappen winnen. En gezien de resultaten van de Rode Duivels en Oranje is het fijn dat we hier op La Roja kunnen rekenen. Het Spaanse voetbal staat hoog aangeschreven, zelfs mensen die niet van voetbal houden hebben wel eens van Real Madrid of Barça gehoord. Vertel een Spanjaard van welke club je fan bent en ze weten meteen wat je politieke voorkeuren zijn.
Tekst & foto’s: Maria Kupers
Een huiskamer op zondagmiddag in de jaren zeventig: slierten sigarenrook dansen in het zonlicht terwijl de verslaggevers van Langs de Lijn op de radio enthousiast een goal melden. Mijn vader genoot er enorm van en ging ook regelmatig naar de wedstrijden van FC Twente en lokale voetbalclub HSC ‘21. De drie vrouwen in huis zagen er de lol niet zo van in en hij moest geregeld het onderspit delven omdat wij na de radioverslagen het nut van het televisieverslag diezelfde avond niet echt inzagen. En toch was er een deel in mij dat wel eens een keer in een stadion zou willen kijken, die sfeer met duizenden fans moet toch bijzonder zijn.
Toen ik jaren later in een bar in het Spaanse bergdorp Cómpeta zat, werd mij gevraagd van welke club ik fan was. “Vast van Real Madrid, want jij bent van de Partido Popular” stelde iemand vast. Ik ben absoluut niet van de Partido Popular en ik snap überhaupt niet waarom een groep mannen die achter een bal aanrent zoveel geld moeten verdienen, maar ik was wel benieuwd naar het verhaal over voetbal en politiek.
Zeg me wat je club is en ik zeg je wie je bent
Mijn kroeggenoten leggen het graag uit. De lokale club gaat natuurlijk boven alles, gevolgd door de regionale clubs, zoals die van Málaga, Alicante of Tarragona. Maar daarnaast zijn er nog de clubs die in ‘La Liga’ (eredivisie) aan de top staan. En daar horen de etiketjes bij.
Real Madrid en Barça geven de typische tweedeling weer die in je in Spanje op meer gebieden ziet. Real Madrid is volgens de Spanjaarden een club voor de ‘fachas’, de rijke mensen die politiek conservatief of rechts zijn.
Het is echter alleen van de harde kern, de Ultra’s, bekend dat deze rechts-georiënteerd zijn. Barcelona heeft historisch gezien een reputatie als een club met linkse sympathieën. Tijdens het Franco-regime werd de club gezien als een baken van democratie en vrijheid. Veel supporters identificeren zich met de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging.
Maar er is nog een club die op hoog (internationaal) niveau speelt: Atlético de Madrid. Deze club wordt gezien als de sympathieke club, die van het gewone volk. Soms verliezen ze, soms winnen ze, maar altijd met opgeheven hoofd en plezier.
Fanatiek fan
“Atlético is de club met de meest trouwe fans” vertelt David Serrano. Hij ging als kleine jongen al met zijn vader mee naar wedstrijden en in de wieg van zijn zoon plakte hij een sticker van de voetbalclub. “Zijn moeder is fan van Real Madrid, geen haar op mijn hoofd dat mijn zoon ook die kant uit zou gaan” aldus David. Zijn beide kinderen zijn al jaren lid van Atlético, de sticker blijkt echt de truc te zijn geweest: de 10-jarige Guille adoreert de club en traint elke week om ook zo goed te worden als de spelers die hij allemaal bij naam en toenaam kent.
Denkend aan de relletjes die in Nederland nog wel eens rondom voetbalwedstrijden ontstaan, wil ik weten of je in Spanje je kinderen wel naar een landelijke voetbalwedstrijd mee kunt nemen. De Spanjaarden zijn een gepassioneerd volk, maar gewelddadig zijn ze volgens David niet. De grotere clubs hebben een harde kern die behoorlijk fanatiek kan zijn maar, op een incidentele confrontatie na, laten supporters nooit een spoor van vernielingen achter. Ik kan dus gerust met het gezin mee om een voetbalwedstrijd bij te wonen.
Het begint in de metro
Het perron van de metro stroomt vol met mensen in de shirts van Atlético de Madrid. Ik voel me een beetje een vreemde eend in de bijt, ook al heb ik net de clubsjaal om mijn nek geknoopt gekregen. Maar het enthousiasme van Guille, Estrella en David werkt aanstekelijk en ik kijk meewarig naar de fans van Bratislava die ook richting het stadion gaan. Weten ze wel dat ze gaan verliezen?
Buiten het Estadio Metropolitano is het al lekker druk. Er staan standjes met prullaria, bij de diverse bars is het druk en fans gaan even bij het standbeeld van Luis Aragonás, de meest bekende speler van Atlético, langs. Politieagenten te paard staan op een afstandje rustig toe te kijken. We komen vader en opa Jacinto Serrano verderop tegen, hij bekijkt de wedstrijd met zijn vaste club vrienden. Hij vindt het fantastisch dat ik nu ook officieel bij de fans hoor.
Terwijl we onze zitplaatsen opzoeken, verbaas ik me over hoe enorm groot het stadion is, er is plaats voor ruim 70.000 mensen. Iedereen heeft zichtbaar zin in de wedstrijd en het enthousiasme werkt aanstekelijk. Ik vind het daadwerkelijk spannend als de openingsceremonie voor deze UEFA-wedstrijd begint en alle fans het Atlético lied aanheffen met de sjaaltjes hoog in de lucht. Je voelt de emotie.
Gejuich alom
Ik heb geen verstand van de wat ingewikkelder regels van het voetbal, maar zie het natuurlijk wel als een speler om niks op het veld gaat liggen kermen en wanneer een doelpunt in de lucht hangt. Ik lever niet zo fanatiek commentaar als een mevrouw achter ons maar spring wel op als het eerste doelpunt valt. We gaan dit echt winnen! En dat klopt dan ook, ‘onze’ club behaalt een 3-1 overwinning. Het enige dat ik niet zo goed begrijp is dat er bij de goals van Atlético groots op alle schermen komt te staan dat er een goal gemaakt is, met muziekje en al, en bij die ene van Slovan-Bratislava niet. Dat wordt simpelweg op het wedstrijdbord vermeld.
Ik vind dat wat onaardig tegenover de club die te gast is, maar volgens David is dat logisch, het is hun stadion. Hier worden we het niet over eens.
Zodra de wedstrijd is afgelopen lopen David en Guille de trappen af richting het veld, ze willen de spelers nog even van zo dichtbij mogelijk zien. Estrella en ik doen het wat rustiger aan, er zijn grenzen aan het fanatisme. Nu moeten al die duizenden mensen dus weer naar huis, in de meeste gevallen met de metro. En dat is goed geregeld, er worden zo veel mensen als er in een metro passen het station ingelaten. Als die wegrijdt gaat de volgende lading mensen naar binnen. Goedgemutst rijden we een kwartier later weer richting stad. Wat mij betreft een ervaring die voor herhaling vatbaar is, niet zozeer vanwege die mannen die achter een bal aanrennen, maar vanwege de enorme kick de je krijgt van tienduizenden enthousiaste mensen bij elkaar.
“We hebben deze wedstrijd gewonnen, maar ook als dat niet het geval was blijven de fans trots op hun club” vertelt David. “Dat is wat ons onderscheidt van Real Madrid, die kunnen niet tegen hun verlies. Wij lopen de dag na een wedstrijd ook in een Altético shirt, simpelweg omdat we onze spelers steunen, ongeacht het resultaat. We zijn realisten, soms zit het mee en soms zit het tegen.”
De wortels van het Spaanse voetbal gaan terug tot het einde van de 19e eeuw, toen Britse arbeiders en zeelieden het spel introduceerden in steden als Bilbao en Huelva. In 1929 werd La Liga, de Spaanse voetbalcompetitie, opgericht. Deze staat bekend als een van de sterkste ter wereld. Clubs zoals Real Madrid, FC Barcelona en Atlético de Madrid domineren zowel nationaal als internationaal. De competitie trekt wereldsterren aan en heeft een hoge commerciële waarde.
Wie wint La Liga?
De laatste wedstrijd wordt op 25 mei gespeeld, op het moment dat dit magazine naar de drukker gaat lijkt het waarschijnlijk dat de kampioenswedstrijd tussen Real Madrid en Atlético de Madrid zal zijn. Barcelona staat al een tijdje op de derde plaats met een moeilijk in te halen achterstand.
Wereldkampioenschappen in Spanje
Het WK van 2030 wordt georganiseerd door Spanje, Marokko en Portugal. In Spanje worden de wedstrijden gespeeld in de stadions van Barcelona, Madrid, Sevilla, Bilbao, Zaragoza, La Coruña, Las Palmas, San Sebastián en Málaga.