Op het platteland bij Estepona ligt de Finca Santaverde. Daar wordt op ecologische wijze aloë vera verbouwd die vervolgens in Duitsland gebruikt wordt als basis voor een uitgebreide lijn van cosmetische producten. Het klimaat in Zuid-Spanje is ideaal voor het verbouwen van deze vetplant, die door de Spanjaarden al eeuwenlang overal voor gebruikt wordt.
Tekst: Maria Kupers Foto’s: Santaverde
De Duitse Sabine Beer en haar man kochten in 1986 een vakantiehuis op het platteland van Estepona. Sabine had veel last van een droge en geïrriteerde huid en haar buurman gaf haar toen een aloë vera plant opdat ze de gel die in de bladeren zit op haar gezicht kon smeren. Een oud huismiddeltje dat veel Spanjaarden gebruiken voor de behandeling van brandwondjes, insectenbeten en andere huidirritaties. Bij Sabine deed de aloë vera wonderen en toen ze weer in Duitsland was kocht ze meteen producten die van deze vetplant gemaakt zijn. Die bleken echter niet hetzelfde effect te geven. Ze ging op onderzoek uit en kwam erachter dat veel fabrikanten een zeer klein percentage poeder van gemalen bladeren toevoegde en dus niet de sappige gelei gebruikten die zij in Estepona op haar gezicht had gesmeerd. Ze besloot daarom om zelf cosmetica te gaan maken en daarvoor een plantage aan te leggen op hun land in Estepona.
Volledig gifvrij
Inmiddels staan er op de twee hectare land ongeveer 20.000 planten en daarvan wordt elk jaar 26.000 kilo gel geoogst. Die wordt ingevroren en naar de fabriek van Santaverde in Hamburg vervoerd om verwerkt te worden tot allerlei soorten crèmes, serums en tonics. Inmiddels is er ook puur aloë vera sap van hun eigen merk op de markt. De cosmetica wordt vooral in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk verkocht. De afgelopen jaren is men echter druk bezig met de uitbreiding van de markt en is het merk vrijwel overal in Europa verkrijgbaar. Er is bewust voor ecologisch gekozen, zowel voor het telen van de aloë vera als voor alle andere ingrediënten die gebruikt worden. “Voor verzorgingsproducten wil je geen grondstoffen die met gif behandeld zijn. Die trend is jaren geleden al ingezet en mensen letten steeds meer op wat ze eten en wat ze op hun huid smeren. Ecologisch is de enige logische optie. Wij beschikken over de certificaten die aan de Europese eisen voldoen”, vertelt Carmen Labanda die op de Finca Santaverde in Estepona werkt.
Van kweek tot oogst
Het hele jaar door zijn er drie mensen aan het werk op het land. De bladeren van een aloë vera plant worden geoogst vanaf het moment dat een plant drie jaar oud is. Daarna gaat de plant dan nog ongeveer 10 jaar mee. De plant zorgt zelf voor nieuwe stekjes maar die worden stelselmatig verwijderd, zodat de bladeren zelf zoveel mogelijk voedingsstoffen krijgen. Die stekjes worden weer gebruikt om de oude gerooide planten te vervangen. In maart en april staat de plant in bloei. Die bloemen worden er afgeknipt zodat de nectar gebruikt kan worden in cosmetica. Vervolgens wordt de steel verwijderd zodat de bladeren weer verder kunnen groeien. In de herfst worden de bladeren geoogst en meteen ter plekke verwerkt. Er zijn dan zeven vrouwen in dienst die de schil en het dunne laagje van aloïna daaronder verwijderen. De plakken gel worden vervolgens ingevroren en naar Duitsland getransporteerd voor verdere verwerking.
Sap van aloë vera
Omdat aloë vera niet alleen goed is voor de buitenkant maar ook al jaren gebruikt wordt om het lichaam te ontdoen van gifstoffen heeft Santaverde ook zelf een sap op de markt gebracht. Dat is gemaakt van de pure gel van de bladeren en bevat dus een hoog gehalte aloeverosa, het belangrijkste ingrediënt van de plant waar alle vitaminen en mineralen in opgeslagen liggen. “Er zijn heel veel soorten aloë vera sap op de markt, maar net als met de cosmetica komt het vaak voor dat er gebruik gemaakt wordt van poeder van de plant dat is aangelengd met veel water. Als je een fles koopt moet je er dus altijd op letten hoeveel aloeverosa er inzit, want hoe hoger het percentage hoe beter. Natuurlijk is het ook van belang dat het ecologisch is. Je drinkt het per slot van rekening om je beter te voelen, niet om meer gif aan je lijf toe te voegen”, aldus Carmen.
Zelf kijken?
Finca Santaverde is open voor het publiek van maandag tot en met vrijdag van 9 tot 14 uur en van 16 tot 18.30 uur. Als je bij de oogst van de bloemen wilt zijn, kun je het beste terecht in maart en april. Van september tot begin december kun je zien hoe de bladeren gefileerd worden.
Alle informatie op: santaverde.es