Nog nooit in de geschiedenis hebben mensen wereldwijd zoveel televisie gekeken en kranten gelezen als in de afgelopen maanden. Bijna elke minuut was er wel iets nieuws te melden over de ontwikkelingen rondom het Covid-19 virus. Het is dan ook niet voor niets dat het vak van journalist tot de essentiële beroepsgroepen wordt gerekend. We spraken met Manuel Castillo van Diario Sur, de grootste krant van de provincie Málaga, over de verantwoordelijkheid van de media en het werken onder deze speciale omstandigheden.
Tekst & foto’s: Maria Kupers
“Het was één van de meest intense tijden op het gebied van de journalistiek van de afgelopen dertig jaar” vertelt Manuel Castillo, hoofdredacteur van Diario Sur. “De mededelingen van de regering over statistieken en maatregelen volgden elkaar zo snel op, dat het soms zelfs voor ons niet meer was te volgen. Voor we publiceren willen we wel zeker weten dat de feiten kloppen maar vooral in het begin was het erg lastig om feiten boven tafel te krijgen. De media was veel te afhankelijk van wat de regering vertelde, er kwamen wel verhalen los van andere mensen maar niemand wist echt iets met zekerheid te zeggen. Het was een ware uitdaging voor ons om toch met goede informatie te komen” aldus Manuel.
Toch vindt hij dat dit wel is gelukt. “We hebben uitermate kritische artikelen geschreven over het feit dat artsen niet meer in de media mochten verschijnen of over de plannen om mobiele telefoons van burgers te traceren. Bij persconferenties wisten we van sommige politici dat ze logen en dat zij dat ook wisten, maar als je geen gegronde bewijzen hebt kun je dat niet publiceren. We hebben de lezers een variëteit aan informatie geboden: nieuws over de ontwikkelingen, achtergrondartikelen van onze eigen journalisten en persoonlijke ervaringen van mensen in de provincie.”
Meer lezers, dalende inkomsten
Als hoofdredacteur is Manuel niet alleen verantwoordelijk voor de inhoud, maar ook voor de commerciële kant. En dat laatste was lastig, er werden veel minder kranten verkocht omdat mensen de deur niet uit durfden voor hun dagelijkse exemplaar en adverteerders trokken zich terug. De inkomsten kelderden en werden slechts voor een deel gedekt door de nieuwe digitale abonnementen.
Als trouwe lezer was het mij opgevallen dat er tegenwoordig wel veel gesponsorde artikelen van de Junta de Andalucía in de krant staan. Ik vraag hem in hoeverre de Junta dan ook een vinger in de pap wil hebben over de journalistieke inhoud. “Absoluut niet, dat zou ik ook niet toestaan” antwoordt Manuel. “Journalistiek is onafhankelijk, als we daar niet meer aan vast kunnen houden doek ik de krant liever op. Bij gesponsorde artikelen staat altijd duidelijk van wie de informatie afkomstig is. De lezer moet te allen tijde kunnen vertrouwen op ons nieuws. Ik geef toe dat het steeds lastiger wordt om over bepaalde zaken objectief te kunnen berichten: alle bedrijven, overheden en instellingen hebben een communicatie-afdeling die niet van hun ‘goed nieuws strategie’ wil afwijken. Maar het is ons vak te speuren naar het werkelijke nieuws.”
Collegiale discussie
Eén van de redenen waarom ik Manuel wilde spreken is dat het me is opgevallen dat tussen Spanje en Nederland zoveel verschil zit in de berichtgeving over de sanitaire crisis. Waar in de Nederlandse media best veel aandacht wordt besteed aan de sociale, economische en psychologische impact van alle maatregelen en ook regelmatig kritische geluiden te horen zijn, zie ik daar in de landelijke en regionale media in Spanje vrijwel niets over terug.
Volgens Manuel zijn hier diverse redenen voor. Allereerst natuurlijk de verschillen in de aard van de Nederlanders en de Spanjaarden. Daarnaast moeten we volgens hem niet vergeten dat Spanje nog een jonge democratie is en alles aan politiek wordt opgehangen. Elk tegengeluid betekent dat je voor de tegenpartij bent of op een bepaalde manier ergens belang bij hebt. Een kleine demonstratie tegen de verplichte mondkapjes was achter de schermen door Vox georganiseerd omdat die willen dat het volk zich tegen de regering keert. Psychologen die aan de bel trokken voor meer aandacht voor depressies en stress, deden dat omdat de beroepsvereniging vindt dat ze een te kleine plek in de nationale gezondheidszorg innemen.
Ik vraag hem waarom ik bijvoorbeeld nergens de mening van ondernemers uit de toeristische sector over de verplichting van de mondkapjes heb gelezen. “Heel simpel, alle brancheverenigingen kloppen nu bij de overheid aan voor hulp om overeind te blijven. Niemand haalt het in zijn hoofd om in het openbaar vraagtekens bij het beleid te zetten. Triest maar waar, en eigenlijk ook wel begrijpelijk. De afhankelijkheid van de overheid is gewoon te groot” antwoordt Manuel.
Van basketballer tot journalist
Uit ons gesprek maak ik op dat Manuel Castillo een echte verdediger van de journalistiek is. Maar toch was het niet zijn jeugddroom bij de krant te gaan werken. Zijn vader werkte als journalist bij de Sur en toentertijd was er niemand om over basketbal te schrijven. “Ik was fanatiek basketballer en mijn vader vroeg of ik de wedstrijdverslagen wilde doen toen ik veertien was. Dat was leuk maar ik besloot toch rechten te gaan studeren. Uiteindelijk trok de wereld van het nieuws meer en combineerde ik de studie journalistiek met het werken op de krant. Ik vertrok bij Sur om voor het moederbedrijf Vocento La Voz de Cádiz op te richten. Daarna heb ik de centrale redactie van Vocento in Madrid geleid en in 2012 ben ik weer teruggekeerd naar Málaga.”
Hij is inmiddels verantwoordelijk voor de drie edities van Diario Sur: de Spaanse, Duitse en Engelse uitgaven. Hij schrijft zo nu en dan nog artikelen over de lokale politiek en columns over diverse onderwerpen. Hij kijkt met gemengde gevoelens naar de ontwikkelingen op het gebied van journalistiek. “Vroeger kon je alleen een krant uitbrengen als je over grote persen beschikte, tegenwoordig gaat alles razendsnel via internet. Via Instagram en Facebook worden berichten over de hele wereld gedeeld, informatie is toegankelijker geworden. Op zich vind ik dat goed. Maar journalistiek is een vak, ik denk dat mensen de afgelopen maanden meer waardering hebben gekregen voor correcte en objectieve berichtgeving. De officiële media hebben zich aangepast als het gaat om de manier van informatieverspreiding maar de kwaliteit blijft voor ons altijd het hoogste goed.”