De regio Isla Cristina in Huelva is, zeker onder de meeste buitenlanders, niet heel erg bekend. Aangezien we altijd voorstander zijn van het ontdekken van nieuwe gebieden gaan we naar deze regio, die grenst aan de Atlantische Oceaan en Portugal, voor een lange fietstocht. Natuurlijk met de nodige pauzes om de omgeving wat beter te leren kennen.
Tekst & foto’s: Bert Kloosterman
We parkeren onze auto al vroeg op de parkeerplaats bij Camping Giralda. Vandaar vertrekken wij richting El Terrón. Voor iemand die gewend is om in de omgeving van Málaga te fietsen is dit een verademing. Als je om je heen kijkt, geen berg te zien. Het belooft dus een ritje te worden zonder al te veel hoogtemeters.
Tussen de kust en de weg bevinden zich grote stukken land vol met pijnbomen. Echt langs de zee fietsen is er dus niet bij. Zodra we El Terrón binnen rijden overvalt ons een somber gevoel. Het plaatsje is troosteloos en nodigt niet uit om de eerste stop te maken. Meteen door naar de volgende dus.
Mar de plástico
De weg naar Lepe geeft ons een soort van flashback. Het doet ons denken aan de omgeving van Almeria-Alicante. Allemaal plastic, zover je kijken kunt. Navraag leert dat de landbouw in Lepe de grootste producent van aardbeien is. Dat verklaart een boel natuurlijk. Een kilometer of vijftien na de start fietsen wij Lepe binnen. In tegenstelling tot het vorige dorp straalt Lepe gezelligheid en sfeer uit. Voordat Lepe in de 13e eeuw werd veroverd door de Christelijke troepen, maakte het deel uit van de Cora van Niebe tijdens de periode van Al-Andalus. Een groot gedeelte van het stadje is echter verwoest tijdens de grote aardbeving van Lissabon in 1755. Gelukkig zijner nog enkele gebouwen te zien in de vroege neoklassieke en barrok stijl.
Extra ommetje
Nu we toch lekker aan het fietsen zijn pakken we toch nog even een ander plaatsje mee dat eigenlijk niet op de route ligt: Cartaya. Een klein ommetje van ongeveer 10 kilometer. In het centrum van Cartaya staan mooie panden uit diverse tijden en in diverse stijlen. Het gemeentehui is prachtig en ook de statige Iglesia de San Perdo kerk is zeker een bezoek waard. Voor wandelaars, golfers en rustzoekers is dit een heerlijk omgeving. Met meer dan 11.000 hectare pijnbomenbossen en enkele uitstekende golfbanen en veel recreatieve activiteiten is deze plaats een uitstekende bestemming. Na een kop koffie op één van de mooie pleinen stappen wij weer op de fiets om de trip te vervolgen.

Vogelhuisjes
Terug richting Lepe en dan rechtsaf naar Villablanca. We hebben inmiddels 44 kilometer op de teller staan als we in dit stadje aankomen. De Iglesia de San Sebastián vormt het middelpunt van het historische centrum. De meeste bewoners leven al eeuwenlang van de opbrengsten van de landbouw en veeteelt hoewel er tegenwoordig ook veel gebouwd wordt: buitenlandse investeerders zien ook hier hun kansen. De vele torens in Villablanca zijn allemaal al bewoond: tussen de vogelnesten is vrijwel geen centimeter vrije ruimte te vinden.
We verlaten Villablanca en gaan richting San Silvestre de Guzmán. Via een kaarsrechte weg van ruim 8 kilometer komen we aan in dit plaatsje. Aangezien de temperatuur al aardig op weg is om de dertig graden voorbij te gaan, is het verstandig om op zoek te gaan naar wat schaduw en verkoeling. Een tour door het dorp leert dat er weinig horecagelegenheden open zijn tussen de middag. We belanden in een soort dorpshuis voor bejaarden waar gelukkig een frisdrankje werd geschonken. Je ziet aan het dorp dat het wat heeft doorstaan in de loop van de jaren. Waar het in het verleden nog een florerend dorp was is het nu een slaperig dorp met ongeveer 700 inwoners, met als middelpunt de kerk met sobere uitstraling.
Het eiland van Christina
De weg terug voert ons via een ietwat saaie lange rechte weg richting Villablanca. We passeren het dorp en beginnen aan onze laatste etappe richting Isla Cristina. Wij merken gelukkig dat we weer richting de zee gaan. Een klein windje brengt heerlijke verkoeling op de fiets. Na ongeveer 78 kilometer gefietst te hebben bereiken we Isla Cristina, een middelgrote gezellige stad met ongeveer 25.000 inwoners.
In de 19e eeuw leefde men hier vooral van de vangst van tonijn en ander vissoorten. Tegenwoordig staat nog steeds de visserij centraal: die van garnalen en schaaldieren. En inmiddels maakt ook het toerisme deel uit van de lokale economie. Een deel van die toeristen komt om de Marismas de Isla Cristina te bezoeken. Een prachtig moerasgebied van 2.200 hectare, woongebied van vele vogelsoorten waaronder de flamingo.
Wij fietsen we voor een welverdiende lunch naar de rand van het strand waar een aantal leuke restaurantjes is gevestigd. Uiteraard is vis in deze omgeving de beste keuze, verser kun je het niet krijgen. Genietend van het uitzicht op de vele gekleurde vissersbootjes, overdenken wij deze rit.
Vlak land fijn, uitzichten wat minder
We hebben in totaal 82 kilometer afgelegd met 430 hoogtemeters. Onze conclusie over deze tocht is dat als je een rit wilt rijden van een redelijk aantal kilometers en niet al te veel hoogtemeters, deze omgeving prima is. Ga je echt voor de mooie omgeving en de uitzichten, dan is dit niet de eerste route die wij zouden aanraden. Maar ben je in de buurt en heb je de fiets bij je, maak dan vooral even van de gelegenheid gebruik. Geniet ervan, veel fietsplezier en doe voorzichtig.