Liefhebbers van geschiedenis kunnen hun hart ophalen in het Museo de Málaga. In het voormalige gebouw van de douane is een uitgebreide collectie met schone kunsten en een etage vol met archeologische schatten, alle afkomstig uit opgravingen in en rond Málaga. Toch ontbreekt in de collectie de allerbelangrijkste vondst die in de grond van Málaga gedaan is. Die ligt namelijk in het Nationaal Archeologisch Museum in Madrid en de regering weigert deze terug te geven. Het gaat om de Lex Flavia Malacitana, de in brons gegoten stadsrechten uit de Romeinse tijd.
Tekst & foto’s: Sander Klomp
De Lex Flavia Malacitana staat op vijf grote bronzen platen van ongeveer 90 kilo per stuk. In 1851 wordt er in de wijk El Ejido door een aantal werkmannen per toeval één gevonden (de rest is nooit boven water gekomen). Ze besluiten deze naar de bronsgieterij van de familie Luque te brengen, met de bedoeling de plaat om te smelten en het brons te kunnen hergebruiken. Gelukkig verspreidt het nieuws van de vondst zich als een lopend vuurtje door de straten van Málaga en komt het ook Jorge Loring Oyarzábal ter ore. Deze rijke zakenman is van plan op de Hacienda de la Concepción zijn eigen Archeologisch Museum te beginnen. Hij koopt de plaat van de familie Luque en vraagt zijn zwager, Manuel Rodriguez de Berlanga y Rosada, de teksten die erop staan te vertalen. Dan wordt duidelijk dat het om een unieke vondst gaat.
Stadsrechten uit de tijd van de Romeinen
Málaga werd in de derde eeuw voor Christus onderdeel van het Romeinse Rijk. Zoals in vrijwel heel Spanje gebeurde dit op vreedzame wijze door het sluiten van vriendschappelijke verdragen. De toetreding tot het rijk brengt Málaga veel voorspoed. De voornaamste reden daarvoor is dat de stad wordt opgenomen in de Via Herculae, die verschillende grote steden op het Iberisch schiereiland met elkaar verbindt.
Het jaar 68-69 gaat de geschiedenis in als ‘het jaar van de vier Keizers’. Drie achtereenvolgende Romeinse leiders worden afgezet en het is uiteindelijk Vespasiano die tot Keizer benoemd wordt. Hij is afkomstig uit de Flavische dynastie, waar Málaga een sterke band mee heeft. Het duurt dan ook niet lang tot Málaga deze band wil gebruiken om meer rechten te krijgen. In het jaar 74 na Christus vraagt de stad bij Keizer Vespasiano stadsrechten aan. Deze rechten worden uiteindelijk pas door de volgende Keizer Domiciano aan Málaga verleend.
In het brons staan de paragrafen 51 tot en met 69 van de Flavische wet voor Málaga
gegraveerd. Daarin staat beschreven hoe de verkiezing van magistraten in zijn werk gaat en hoe publieke gelden besteed dienen te worden. Men neemt aan dat er nog vier andere platen moeten zijn waar de overige wetten op staan beschreven. Iedere burger van Málaga werd geacht de inhoud van deze Lex Flavia Malacitana, waarin de politieke én religieuze wetten stonden, te kennen. Deze grote bronzen platen lagen daarom ter inzage op een centrale plek van het forum van de stad.
Bewaard voor het publiek, maar niet in Málaga
De bronzen wet wordt uiteindelijk tot 1897 door de familie Loring op de Hacienda de la Concepción tentoongesteld. Omdat de familie de wetten graag voor het nageslacht wil behouden, besluit zij de plaat te verkopen aan het Nationaal Archeologisch Museum in
Madrid. Het museum betaalde de familie Loring hier 100.000 pesetas voor, omgerekend nu zo’n 600 euro.
Na de opening van het Museum van Málaga in 2016 komt er een discussie tot stand over de plek waar de Lex Flavia Malacitana thuishoort. De stad Málaga en haar inwoners zijn er natuurlijk van overtuigd dat in ze in dit prachtige nieuwe museum hoort te liggen. Er wordt een petitie opgesteld die door duizenden Malagueños wordt getekend. Ook de gemeente zelf doet een officieel verzoek voor teruggave aan de Spaanse regering. Die antwoordt begin dit jaar dat er geen sprake is van een terugkeer van de plaat naar Málaga. Het museumstuk
is van een te grote waarde en hoort daarom in het nationale museum te liggen. Er bestaat nergens ter wereld nog een dergelijk overblijfsel van Romeinse wetten. Bovendien, zo
redeneert de regering, is er in 1994 een exacte kopie gemaakt die in het Museo de Málaga ligt dus heeft de stad eigenlijk niets te klagen.
Wie zich graag in de tekst wil verdiepen, kan terecht bij het Romeins Theater, waar op de gevel de tekst staat afgebeeld. Maar wie de Lex Flavia Malacitana echt wil zien, zal
voorlopig nog naar Madrid moeten.
Verstopt theater
Eind jaren veertig van de 20e eeuw begint men met de bouw van een Cultureel Centrum in Calle Alcazabilla. In 1951 wordt de bouw tijdelijk stilgelegd vanwege de vondst van archeologische resten. Men vermoedt dat er een Romeins theater onder de grond ligt. Ondanks hevige protesten wordt de bouw van de Casa de Cultura uiteindelijk toch doorgezet. Slechts een deel van het Theater kan worden opgegraven, maar de rest zal decennialang onder het Cultureel Centrum verstopt blijven.
Na vele jaren debatteren wordt in 1994 alsnog de beslissing genomen het theater toch op te graven. Daarvoor werd de Casa de la Cultura volledig afgebroken. Door de complexiteit van de afgravingen neemt het afbreken en opgraven vele jaren in beslag. Het is pas begin deze eeuw dat de resten van het theater weer te zien zijn.
De meeste mensen die even een kijkje bij het theater en het Alcazaba nemen of op een van de vele terrasjes een tapaatje eten, hebben echter geen flauw idee wat die kunstig aandoende muur van het bezoekerscentrum voor moet stellen: het zijn de teksten van de Lex Flavia Malacitana.
Hobbytuin op grote schaal: Jardín Botánico
In 1855 gaat de langgekoesterde wens van Jorge Loring en Amalia Heredia in vervulling. Ze krijgen een eigen finca in handen waarop ze hun Archeologische Museum onder kunnen brengen. De collectie is al voor een groot deel klaar en op de rest van de Hacienda la Concepción willen ze een botanische tuin aanleggen.
Jorge Loring is een succesvol zakenman en lid van het Spaanse parlement. Zijn vrouw Amalia Heredia was een intellectueel, gek van geschiedenis, archeologie en flora en fauna. Zij was de grote inspirator van de Hacienda de la Concecpción. Ze wist de beroemde Franse tuinman Chamoussant over te halen de 55 hectare grote tuinen voor haar aan te leggen. De Hacienda is in het tweede deel van de 19e eeuw een verzamelplaats voor de gegoede burgerij van Málaga.
Begin twintigste eeuw is er van het fortuin van de familie Loring-Heredia nog maar weinig over en de Finca wordt verkocht aan de familie Echevarría Azcarate. Onder hun gezag wordt de Hacienda op de lijst van Cultureel Erfgoed geplaatst. Na hun dood in 1963 raken de tuinen in verval. In 1990 koopt de Gemeente Málaga het en na een opknapbeurt worden de tuin vier jaar later heropend.