Dames in prachtige jurken, een bloem in hun opgestoken gitzwarte haar, grote oorbellen en een elegante schoen die het geheel afmaakt. Het standaardplaatje als je aan Andalusië denkt. En dat typerende beeld zal de komende tijd ook niet verdwijnen: jong en oud blijft zich ook in de 21e eeuw tijdens de feria’s en fiestas volgens de traditie kleden. Veel Andalusische vrouwen hebben inmiddels een kast vol om uit te kiezen.
Tekst: Maria Kupers. Foto’s: Stock, Maria Soto
Nog een paar weken en dan is het fiesta- en feriaseizoen voorbij. Tijdens de Feria de Sevilla in april tot de ferias de San Miguel in september en oktober wordt er overal in Spanje gedanst en eer bewezen aan de verschillende plaatselijke patroonheiligen. Andalusië staat bekend om haar uitgebreide feesttraditie en daar hoort natuurlijk ook speciale kleding bij. De mannen dragen een ‘traje campero’ dat bestaat uit een kort getailleerd jasje, een wit overhemd met bij voorkeur wat borduursels, een rechte zwarte broek tot net boven de enkels, een gekleurde centuur (“fajín flamenco”) en een brede vilten hoed (“sombrero cordobés”). Dat geheel wordt afgemaakt met hoge leren laarzen of nette zwarte schoenen.
Het zijn de vrouwen die er sjeu aan geven
De mannen geven met hun traditionele kleding cachet aan de feria, de jurken van de vrouwen zorgen voor de ‘alegria’. Deze traditionele ‘traje de flamenca’ of ‘traje de gitana’ wordt al sinds jaar en dag gedragen en het basismodel is altijd hetzelfde: er moet vrijelijk in gedanst kunnen worden. Het lijkt banaal om de Sevillanas, Pasadobles en flamencodansen als volksdansen te bestempelen, ze zien er zo prachtig en passievol uit in vergelijking met bijvoorbeeld een klompendans, maar in feite zijn het dat wel. Al eeuwenlang worden deze dansen tijdens de ‘romerias’ en feesten uitgevoerd en daarvoor moet je wel passende kleding hebben. De flamencojurk bestaat uit een strak bovenlijf en een uitlopende rok die voldoende ruimte biedt om allerlei kunstige passen uit te voeren.

Maria Soto in één van haar eigen creaties.
Swingende kleuren
“De essentie van de jurk zijn de volantes [roesjes]” vertelt María Soto. Ze is kleermaker en designer van flamencojurken en heeft een winkel in Coín. “Het onderste deel van de jurk moet kunnen bewegen en als je daarbij dan ook nog veel verschillende kleuren ziet wordt het effect nóg mooier. Daar gaat ook meteen het meeste werk in zitten. Vaak bestaat een laag uit meerdere kleuren stof en al die stukjes moeten aan elkaar genaaid worden.”
Maria is met een simpele jurk ongeveer een dag bezig. Haar ingewikkelder designs kosten meer tijd. Ze laat me wat foto’s zien van dames die haar creaties dragen en ze zijn daadwerkelijk prachtig. Ik zou willen dat ik met goed fatsoen zo’n jurk zou kunnen dragen. Maar ik vind toch echt dat blond haar en een ‘traje de gitana’ niet helemaal samengaan. Maria snapt wat ik zeg maar begrijpt ook zeker dat buitenlandse dames de kans grijpen om tijdens de plaatselijke feria ook in zo’n traditionele jurk over straat te gaan.
Elk jaar wat nieuws
Haar designs worden in de hele provincie Málaga op de feria’s gedragen. “Het seizoen begint met de Feria de Abril in Sevilla en de laatste feesten en romeria’s zijn in oktober. Die maanden zit ik dan ook dagenlang achter de naaimachine. De meeste vrouwen willen elk jaar een nieuwe jurk. Die is dan voor de eerste dag van de feria, op de laatste dag trekken ze hun ‘oudste’ jurk aan. Bijna iedereen heeft meerdere jurken in de kast hangen.”
Terwijl we praten zit Maria een wolk van roze stof te naaien. Het is één van haar nieuwe ontwerpen, een jurk met lange mouwen. “Het basismodel is dan wel altijd hetzelfde, maar niet alleen de volants nodigen uit tot creativiteit. Ook het bovenlijfje verschilt: de mouwen kunnen kort of lang zijn, een laag met kant of franjes langs het decolleté, een vierkante of ronde hals..alles kan en niets gaat uit de mode.”
Modeshow in Coín, 2025
Fleurige details
Niet iedereen laat een jurk maken, er zijn genoeg winkels waar ze in de rekken hangen voor bedragen tussen de €50 en €2.000. Maar met de jurk alleen ben je er nog niet. Als je lang haar hebt kun je dit opsteken met een ‘peineta’, een speciale bewerkte kam, sowieso is een bloem in het haar net als grote oorbellen een must. Armbanden behoren traditioneel niet tot het geheel maar worden steeds vaker wel gedragen, en die zijn dan natuurlijk ook lekker groot en fleurig.
Instagram: merceriamaristomms