Waterrijk Extremadura

We zijn al eerder in het noorden van Extremadura geweest toen we een reportage maakten over de smaakmaker uit die regio: pimentón de la Vera. Al rijdend door de omgeving kwamen we al heel snel tot de conclusie dat deze streek veel meer aandacht verdient dan alleen hun meest bekende culinaire product. Daarom nu deel twee: de regio La Vera in al haar facetten. Met als saillant detail dat Keizer Karel V hier de laatste maanden van zijn leven doorbracht.

Tekst: Susanna Verboon
Foto’s: Paradores, Consejo Regulador La Vera, Stock

In de zomer kun je hier beter niet zijn, het wordt tamelijk warm in dit deel van het binnenland van Spanje. De nazomer, maar ook de herfst, winter en lente zijn prima momenten om Extremadura te bezoeken. We reizen af naar Madrigal de la Vera, aan de oostelijke rand van La Vera, vlak bij de grens met de Tiétarvallei in Ávila. We slenteren door het kleine centrum van het slaperige dorpje, waar we al verschillende voorbeelden van traditionele architectuur vinden.

Daarna gaan we naar de Alardos-kloof die Cáceres en Ávila scheidt door de imposante Romeinse brug met prachtig uitzicht. We wandelen door het gebied en zien na een eerste klim de imposante Almanzor opdoemen, met 2.592 meter de hoogste bergtop van het berggebied los Gredos.

Duivelswaterval
Van Madrigal tot het volgende dorp Villanueva de la Vera kruisen nog twee prachtige kloven: De Minchones-kloof en de Gualtaminos-kloof, de laatstgenoemde vormt in het noorden een natuurlijk zwembad en verderop in de kloof, op zijn kronkelende weg naar de rivier de Tiétar, een uitzonderlijke waterval die bekend staat als de Duivelswaterval, de kracht van geluid van het neerstortende water zou het gebrul van de duivel zijn.

Die moeten we natuurlijk even bekijken. Vlakbij Villanueva de la Vera vinden we een onverharde parkeerplaats vanaf waar een pad naar de waterval gaat. Het is een wandeling van amper vijf minuten. Er is een groot verval in deze kloof en in de 100 meter die we zijn gedaald zien we de verschillende vrij steile watervallen die samen dit natuurfenomeen vormen. We lopen naar een uitkijkpunt en zijn onder de indruk van het bulderende geluid van het water en het prachtige uitzicht.

Traditionele architectuur
We reizen verder en bezoeken Villanueva de la Vera en Valverde de la Vera.
Beide dorpen zijn mooie voorbeelden van de traditionele architectuur en daarom ook van groot historisch belang. Valverde de la Vera werd in 2021 toegevoegd aan de monumentenlijst (ook onderdeel van de mooiste dorpen van Spanje).

De typische architectuur bestaat uit huizen die zijn gemaakt van steen, vaak graniet, dat in de regio veel voorkomt en hout van kastanjebomen voor de balken, dak en veranda’s. Hier stroomt water in kleine kanaaltjes door de straten en heeft op ons een heerlijke rustgevende uitwerking. We slenteren wat rond en eindigen na wat steile straatjes bij de resten van het kasteel Don Nuño, uit de vijftiende eeuw met spectaculair uitzicht over de vallei.

Waterparadijs
Het valt ons op dat ieder dorp wel z’n eigen natuurlijke zwembad heeft, vaak met watervallen. Werkelijk overal is water voor een verfrissend bad tijdens de warme zomerdagen. De natuurlijke zwembaden zijn goed ingericht, er zijn vaak voorzieningen zoals grasweides, strandtentjes en soms zelfs een toiletgebouw. Het water is overal kristalhelder en ijskoud. Hert mag dan nog wel behoorlijk warm zijn, als we onze voeten even in het water steken stokt de adem in onze keel. De bloedsomloop heeft even een fijne impuls gekregen zullen we maar denken..

Romeinse charme
Onderweg naar Losar de la Vera stoppen we bij de Cuartosbrug over de gelijknamige kloof. De imposante Romeinse brug uit de vijfde eeuw heeft twee ‘ogen’ en is gebouwd met graniet uit de streek. Een passerende inwoner op leeftijd weet ons trots te vertellen dat de brug dé trekpleister is voor pasgetrouwde stelletjes voor fotoreportages en dat dit het meest drukbezochte natuurbad van de regio is. En we moeten het meteen toegeven, het is een adembenemende plek, midden in de natuur.

Gastronomische traditie
Uiteindelijk komen we aan in Losar, waar we naar het restaurant Karel de Vijfde gaan, een iconische plek vanwege de architectuur en de locatie. We zien Spaanse toeristen, maar ook werklui uit de regio die hier komen lunchen. We bestellen de typische Migas Extremeños (gebakken broodkruim met varkensvlees en spek) en heerlijke lamskoteletten. We sluiten de lunch af met een proeverij van lokale zoetigheden. Met een volle maag en zin in een siesta laten we Losar achter ons.

Veelheid aan monumenten
Onze volgende stop is Jarandilla de la Vera, beroemd om haar monumenten, waaronder het kasteel van de graven van Oropesa dat nu dienstdoet als Parador. We drinken wat in de binnentuin van het robuuste kasteel en wanen ons in de tijden van weleer. In het pittoreske centrum bezoeken we de kerk van Santa Maria de la Torre, de barokke kapel van Nuestra Señora de Sopetrán – beschermheilige van Jarandilla en een fort uit de dertiende eeuw. We staan even stil bij de 16e-eeuwse schandpaal en stellen ons voor hoe in vroeger tijden het hele dorp uitliep om mensen daar te bekogelen met het een en ander.

Spookjesachtig klooster
Na een goede nachtrust en stevig ontbijt gaan we rechtstreeks naar het klooster van Yuste. Dit klooster behoort tot Cuacos de Yuste, een klein maar lieflijk stadje in la Vera. Het is de moeite waard om door de straten te slenteren, vooral naar het kleine maar charmante Plaza Fuente de los Chorros (Fontein van de waterstralen).

De omgeving van het klooster lijkt uit een sprookje te komen: het kabbelende water in de nabijgelegen beekjes en het zonlicht dat gefilterd door het groene dak van de bomen op de aarde weerkaatst. Het is woensdag en de toegang is gratis, hoewel je voor twee euro een rondleiding kunt volgen, waarbij alles wordt uitgelegd. Deze rondleiding omvat het renaissanceklooster, de kerk, met een fantastisch altaarstuk met een kopie van Titiaan’s schilderij De Glorie; en het paleis, eindigend met de tuinen en vijver die voor keizer Karel V zijn ontworpen.

De keizer en La Vera
Het liefdesverhaal van Keizer Karel V en La Vera begint elders in Europa. Bij de nederlaag bij Innsbuck werd hij bijna gevangengenomen en vluchtte naar de Alpen. Aanvankelijk was hij van plan daar te blijven, maar na zijn troonsafstand en de verdeling van de gebieden van het rijk besloot hij zich terug te trekken en te herstellen van jichtaanvallen in een streek waarvan hem was verteld dat het een heerlijk klimaat had en ver van de grote steden lag: La Vera.

Vanuit Vlaanderen ging hij per schip naar Noord-Spanje. Vervolgens maakte hij een rondreis door Castilië en bij aankomst in Tornavacas reed hij per koets naar Jarandilla de la Vera. Daar verbleef hij in het paleis van de graven van Oropesa, terwijl er ondertussen een koninklijke residentie werd gebouwd naast het klooster van Yuste. In februari 1557 voltooide hij zijn laatste reis, van Jarandilla naar Yuste, waar hij de laatste maanden van zijn leven doorbracht.

De voormalig keizer had al klachten genoeg van de jicht maar stierf daar uiteindelijk niet aan. Hij werd gestoken door een malariamug en kwam die ziekte niet te boven. Karel V wilde begraven worden in de crypte van het klooster, daar lag zijn lichaam ook de eerste vijftien jaar. Maar zijn zoon, Filips II, besloot dat de stoffelijke resten overgebracht moesten worden naar het klooster van El Escorial, waar ze tot op de dag van vandaag liggen. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog werd het klooster van Yuste volledig verwoest en in brand gestoken. De renovatie begon in 1949, waarbij het oorspronkelijke ontwerp behouden bleef.

Dood aan de mug
Karel V was niet de enige die aan malaria stierf. In de regio La Vera kwam deze ziekte veel voor, vanwege het overvloedige water en de klimatologische omstandigheden was het een perfecte bron voor de muggen. La Vera was dan ook het episch centrum van sterfgevallen in de negentiende en twintigste eeuw.

In heel Spanje stierven in een tijdsbestek van zestig jaar in totaal zo’n zevenhonderdduizend mensen aan malaria. Met als laatst geregistreerde geval in 1961, werd malaria als uitgebannen verklaard. In Losar de la Vera is een museum ingericht met alle informatie over de malaria, de bestrijdingscampagnes en over de laatste maanden van Keizer Karel V.

Mag je niet missen
Garganta la Olla een absolute must-see. De huizen zijn traditioneel gebouwd met prachtige gevels waarvan sommige met opvallende kleuren, zoals die van het Casa de las Muñecas (een voormalig bordeel), en anderen met houten balken en metselwerk. Het is een toeristisch stadje, voornamelijk ingericht als voetgangersgebied.
Het Museum van de Inquisitie, in een van de straten achter de Plaza Mayor, trekt onze aandacht. Een zeer verborgen plek die, zo wordt ons verteld door een buurvrouw, ooit de locatie was van het Heilig Officie. Maar ook helaas gesloten, sinds maanden.

Net buiten Garganta la Olla ligt het natuurzwembad Las Piletillas en de brug met uitzicht op een deel van de rivier. Na een verfrissende duik, lopen we vanaf hier ongeveer vijfhonderd meter langs de rivierbedding om uiteindelijk de indrukwekkende waterval Gorge Mayor te bereiken.

Geschiedenis in en aan de muur
We vervolgen onze weg naar het westen, via Torremenga en Arroyomolinos, tot we uiteindelijk onze laatste halte, Pasarón de la Vera bereiken, een gemeente die bekendstaat om zijn monumentale erfgoed. Deze stad van middeleeuwse oorsprong herbergt het prachtige renaissance paleis Manrique de Lara. We zijn verrast door een detail dat we in sommige andere steden in de regio al hebben opgemerkt: de kerktoren staat los van de het gebedshuis, waarom dat is weten we helaas niet te achterhalen.

We bezoeken ook het museum van een bijzondere kunstenaar uit Madrid: Ricardo Pecharroman (1949.) Zijn werk wordt gekenmerkt wordt door realistische expressie en we hebben het geluk hemzelf te treffen. Hij geeft ons een rondleiding door het prachtige historische gebouw dat zijn kunstwerken herbergt. We worden gegrepen door een schildering van Keizer Karel de Vijfde in Vlaanderen. Dit is een moment dat bindt: de geschiedenissen die elkaar kruisen. We kopen een replica en dan is het tijd om weer richting huis te gaan. Voldaan van de rijkdom in alle opzichten. Met het geluid van het kabbelende water doorklinkend in onze oren.

Foto van Susanna Verboon
Susanna Verboon

Redacteur gastronomie

Delen:

Facebook
Twitter
LinkedIn

¿qué pasa?

culturele agenda van de provincie Málaga

Meer lezen

Een greep uit onze artikelen

ESpecial Life Magazine

over het goede leven in Spanje

Blijf op de hoogte van nieuwe artikelen over Spanje!
(max. 1 mail per maand)