De Costa del Sol is waarschijnlijk het meest internationale gebied van Spanje. In Barcelona en Madrid hebben veel internationale bedrijven een vestiging om de Spaanse markt te bedienen maar ondernemers hier richten zich vaak exclusief op de buitenlandse markt. Vooral in de kustplaatsen zitten veel Nederlandstalige dienstverleners en bedrijven. We gingen met een aantal Belgische en Nederlandse ondernemers om tafel zitten en vroegen hen naar hun ervaringen met ondernemen in Spanje.
Tekst & foto’s: Maria Kupers
Er zit een gemêleerd gezelschap aan tafel. Mensen die al in Nederland of België een eigen bedrijf hadden en dat naar Spanje verhuisd hebben zoals Peter Meirsman die zeer exclusieve woningen bouwt. Of Vanessa van Camp die vanwege gezondheidsredenen al op jonge leeftijd besloot in België een makelaarsstudie te volgen zodat ze in het warme en droge klimaat van Spanje aan de slag kon, Maryn Gerrits die met 2 compagnons in Amsterdam een zaak op zou zetten maar toen tijdens een vakantie verliefd werd op het kasteel van Monda en de vennootschap hier naartoe verhuisde. Of Kaspar Huijsman die gesteund door de Rabobank in Marbella een kantoor, van wat toen nog Alex (nu BinckBank) was, opende. Hij stelde als eis dat zijn vrouw ook een baan bij het bedrijf zou krijgen.
De internationale Costa del Sol
Want alles leuk en wel, als je een relatie hebt gaat je partner ook mee en die wil misschien ook werken. Bij Barbara Ingenbleek was het eigenlijk net andersom: “ik had de deal met mijn man dat we na zijn pensionering in het land waar de sinaasappels groeien zouden gaan wonen. Hij is twintig jaar ouder dan ik en ging vervroegd met pensioen. Maar ik wilde nog wel wat doen. Vanwege mijn werk als trust manager in Nederland kwam ik al regelmatig in Spanje bij bedrijven die daar een dochteronderneming hadden. Ik had vanuit die functie ook vergaderingen met de mensen van EuroEconomics in Barcelona en uiteindelijk ben ik toegetreden als partner. We kregen veel klanten uit de regio Marbella, het was dus een logische stap om daar een kantoor op te richten.” Zodra ze vertelt dat ze in eerste instantie niet zo’n voorstander van Marbella was vallen meerdere ondernemers haar bij. De reputatie van de stad was vooral vroeger niet bepaald goed vanwege corruptie en criminaliteit maar ook omdat veel mensen denken dat alles er oppervlakkig is, image zou het enige zijn dat telt. Michel de Kroon zocht voor zijn bedrijf in eerste instantie een locatie in het gebied ten oosten van Málaga en rondom Almería. “Het gebied bij Cabo de Gata is prachtig maar ik dacht daar toch niet voldoende klanten te vinden. Uiteindelijk ben ik de Costa del Sol gaan verkennen en dat bleek toch niet zo ‘erg’ te zijn als ik gedacht had. En zakelijk gezien een stuk interessanter.”
Eric Blankenstein heeft zijn kantoor in Mijas en voorziet vandaaruit de hele Costa del Sol van alles dat met televisies, audio en witgoed te maken heeft. Zijn ouders waren de uitgevers van een tijdschrift over technologie en besloten dit te verkopen en naar de Costa del Sol te verhuizen. Hij vond het hier in eerste instantie vreselijk en was blij dat hij terug kon om in dienst te gaan en bij zijn vriendin te zijn. Uiteindelijk is het stel samen toch naar Spanje vertrokken en stapte (tijdelijk) bij zijn vader in de zaak voordat hij zelf zijn bedrijf oprichtte. Volgens hem waren het tot 2002 gouden tijden voor buitenlandse ondernemers in Spanje. “Er waren er niet zoveel maar er waren wel veel buitenlandse bewoners. Zodra je je afspraken nakwam had je al een trouwe klant gescoord. Spaanse bedrijven hebben een ander idee van het concept service en klantvriendelijkheid zullen we maar zeggen.” Barbara begrijpt meteen wat hij bedoelt, ook zij merkt vandaag de dag nog steeds dat het feit dat je mensen terugbelt, mails en apps beantwoordt en goed voorbereid op afspraken komt je meteen een streepje voor geeft.
Over kastjes, muren en geschiedenis
Van het onderwerp klantenservice is de stap naar bureaucratie snel gemaakt. Mariëlle de Bruin vertelt dat toen zij hier kwam het vak fysiotherapie hier nog niet officieel bestond. Voor het erkennen van de diploma’s moest behoorlijk wat geregeld worden. In Nederland is fysiotherapie namelijk een hbo-opleiding en hier een universitaire opleiding, dat levert nogal wat papierwerk op en dat loopt niet altijd gunstig af voor de aanvrager. Vrijwel iedereen heeft anekdotes over alle loketten waar ze langs moesten. Allemaal hebben ze een bloedhekel aan klagen over het land waar ze met plezier wonen en ondernemen maar er zijn wel dingen die opvallen. Volgens Vanessa is Spanje heel hard bezig om met alles op Europees niveau te komen maar ontbreekt het nog steeds aan professionaliteit en kennis. “Er is inmiddels een oerwoud aan regels en niemand durft beslissingen te nemen want de boetes voor overtredingen zijn enorm hoog. Daarom vraagt men voor de zekerheid alle mogelijke soorten documenten en mét stempels. Als ik een huis te koop aanbiedt met een dossier waarin bijvoorbeeld een energiecertificaat ontbreekt moet ik een boete van 300€ betalen.” Eric en Peter denken beiden dat we de invloed van het Franco-tijdperk niet moeten onderschatten. “Ik heb mensen van in de veertig in dienst die voor de invoering van de democratie op de lagere school zaten en dus behoorlijk subjectief onderwijs kregen. Hun ouders zijn helemaal in de Franco-tijd opgegroeid. Een tijd waarin je deed wat je gevraagd werd, eigen initiatief en nadenken werd niet op prijs gesteld. Dat is nog relatief kortgeleden, zoiets heeft tijd nodig.”
Spanjaarden versus de eigen nationaliteit
Ondanks de cultuurverschillen heeft Eric toch liever Spaanse medewerkers dan mensen van een andere nationaliteit “het zijn uitermate harde werkers.” Maryn werkt zowel bij El Castillo de Monda als bij La Cascada met een team van jonge Spanjaarden uit de omgeving. “We passen een Nederlandse managementstijl toe en dat gaat prima. Onze mensen zijn allemaal in de twintig en die hebben al een totaal andere mentaliteit.” Kaspar merkt op dat je voor sommige zaken zelfs beter Spanjaarden kunt inschakelen. “In dorpen en wijken kent men elkaar dus als iemand slecht werk levert weet de hele gemeenschap dat. Spanjaarden zullen dan ook niet snel iemand aanraden die ze zelf niet vertrouwen. Buitenlanders kunnen als alles fout is gelopen altijd nog naar hun eigen land terug om hun wonden te likken.”
Vrijwel iedereen aan tafel richt zich op de Nederlandstalige markt. Vanessa heeft personeel van diverse nationaliteiten in dienst maar merkt dat klanten verderop in het proces van de aanschaf van een huis toch altijd voor mensen van hun eigen nationaliteit kiezen, simpelweg omdat duidelijke communicatie van het grootste belang is. Britten zullen eerder een Engelse advocaat inschakelen dan bijvoorbeeld een Zweedse advocaat ook al hebben beiden hier rechten gestudeerd. Mariëlle valt haar bij: “ik spreek vloeiend Spaans maar merk dat ik steeds vaker Nederlandstalige dienstverleners inschakel, het is toch prettiger dat je letterlijk en figuurlijk dezelfde taal spreekt.”
Succesvol ondernemen
De mensen met wie we om tafel zitten zijn allemaal geslaagde ondernemers maar dat is niet zonder slag of stoot gegaan. Iedereen heeft een verhaal over tegenslagen, stommiteiten of gefaalde pogingen. Op basis daarvan hebben ze wel een paar tips voor mensen die hier een bedrijf willen beginnen. “Ga vooral niet met een Nederlandse bril naar dingen kijken, dat is pure arrogantie en ook dom. Men loopt hier zeker niet op alle gebieden achter in vergelijking met het noorden van Europa. Ik dacht zelf niet dat ik last zou hebben van een cultuurshock want ik heb wel eerder in het buitenland gewerkt. Maar toch liep ik tegen dingen aan, één van de grootste fouten was het vergelijken van Monda met Amsterdam. In Nederland heb je in kleine dorpen ook niet dezelfde services en mogelijkheden als in de hoofdstad.” Michel moet nog lachen om de fouten die hij met het Spaans maakte. “De taal spreken is van het grootste belang, je hebt namelijk niet alleen te maken met je Nederlandstalige klanten.”
“Mensen die hier komen moeten voldoende geld op hun rekening hebben staan om het zeker twee jaar uit te kunnen houden” zegt Peter Meirsman. Zijn Belgische en Nederlandse tafelgenoten en medeondernemers vallen hem meteen bij. “Als je geluk hebt red je het dan, eigenlijk moet je nog iets meer hebben om tegenslagen tijdens de opbouwfase te kunnen opvangen. Er zijn zoveel mensen die geen plan B hebben en we hebben allemaal veel mensen terug zien keren” vult fysiotherapeute Mariëlle de Bruin aan. Aangezien ondernemen alle tafelgenoten in het bloed zit snappen ze niet waarom het beginnende ondernemers zo moeilijk wordt gemaakt. De premies voor de Seguridad Social zijn tamelijk hoog en de salarissen laag, geen wonder dat mensen het zwarte circuit ingaan of liever gewoon thuisblijven in afwachting van een baan. Maar toch blijft Spanje voor hen een land waar ze zelf met veel plezier ondernemer zijn en ook nog veel kansen zien voor de toekomst. Voor henzelf, bedrijven uit het buitenland én Spaanse ondernemers.